La Ceiba - Reisverslag uit La Ceiba, Honduras van tanami - WaarBenJij.nu La Ceiba - Reisverslag uit La Ceiba, Honduras van tanami - WaarBenJij.nu

La Ceiba

Door: Joseph

Blijf op de hoogte en volg

02 Maart 2009 | Honduras, La Ceiba

La Ceiba,

We varen op tijd weg uit West End; niet dat La Ceiba zover weg is, maar er staat gewoon weinig wind. We laten de lijnen los van de mooring en varen langzaam door de ondiepe uitgang. Buiten zetten we de genua en varen al motor-zeilend langs West End Bay. Het lijkt wel of er wind staat, we zetten het grootzeil en de motor kan uit en zo zeilen we onder het eiland vandaan. Wat een rust, zo vroeg op het water, er zijn alleen wat vissers bezig met hele lange vislijnen in hun kleine visbootjes. Zo zeilen we de helft van de afstand met net genoeg wind om voorruit te komen. Tegen de lunch moet helaas de motor aan, anders halen we La Ceiba niet voor het donker en dat willen we voorkomen. De haven ligt aan de monding van een rivier een kilometer of 8 ten oosten van de stad. Ja, een stad; La Ceiba schijnt de derde grootste stad in Honduras te zijn, met 139.000 inwoners. Honduras is een 3x zo groot land als Nederland met (nog) relatief weinig inwoners; 6.500.000. We zijn wel benieuwd naar de stad, want na Cartagena hebben we weer de behoefte om onder de mensen te zijn. Als we bij de haven monding naar binnen gaan wordt het gelijk ondiep en dat klopt wel volgens de pilot. Achterop komt een ferry aangeblazen, remt net achter ons af en vaart langs ons naar de kade. We varen naar binnen met een paar meter water onder de kiel en passeren allerlei vissersschepen die langs de kade liggen. We worden aangestaard door mensen op de schepen, en als we zwaaien, zwaaien ze vriendelijk terug. De haven -waar wij naartoe willen- ligt wat verder de rivier op, bij een werf. De diepte onder de kiel wordt minder en minder, maar nooit minder dan een meter en we komen gemakkelijk bij de steiger van de werf. We worden opgewacht door Annette en mensen van de werf, die de boot vastleggen. We hebben een mooie plek, zo aan een mooie rivier met veel natuur aan de kant. We zien een paar grote ijsvogels en allerlei reigers; mooi hoor. Karin gaat gelijk naar het havenkantoor en betaalt meteen voor een hele week. We liggen voor 10 dollar per dag, dus dat houden we wel even uit. Karin informeert gelijk of we hier een nieuwe ankerliermotor kunnen bestellen en dat is geen probleem. Hier kunnen we belastingvrij kopen en er worden ook geen extra invoerrechten geheven op geïmporteerde goederen! Dit klinkt goed, want dan betalen we alleen de vervoerskosten extra.

De volgende dag gaan we samen met Wim en Annette met de taxi naar de stad. In de stad gaan we ieder onze eigen weg en verkennen de stad. Een stad zien voor de eerste keer geeft bij mij altijd een verkeerde indruk. Zeker als je net van zee komt, dan is het aan land al snel een zooitje. Dit trekt meestal wel bij, en na een paar dagen, zie je dan de mooie dingen pas en kijk je over de rotzooi heen. We lopen door het park dat is aangelegd door een voormalige directeur van Dole -het fruitverwerkend bedrijf- met treinstellen en allerlei bronzen beelden van wilde dieren en mooie planten en bomen. Na een uurtje rondkijken eten we wat bij een aardig tentje. We zijn duidelijk in een vlees georienteerd land terecht gekomen en het smaakt allemaal prima. Na de lunch lopen we richting het strand. We lopen door straten met talloze fruit en groenten stalletjes, en vraagt je af wie dit allemaal koopt. Je hebt hier zo tien stalletjes naast elkaar staan met allemaal groente en fruit; daarna weer minstens 10 met eieren en verse kaas; de ene precies hetzelfde als de andere. Dat maakt het moeilijk om te kiezen bij welke je je inkopen moet doen. We komen bij een bruggetje over een riviertje en gaan door een wat mindere buurt heen en komen daarna bij restaurants en hotels en uiteindelijk het strand. Het strand ziet er aardig uit; alleen is er bijna niemand. We passeren een heel groot klassiek hotel, wat er indrukwekkend uitziet. Verder is het niet veel, het schijnt hier allemaal nog in opkomst te zijn en dat moet denk ik (ooit) nog komen. Er zit hier ook een Nederlander met een bar en twee kleine hotelletjes. Toch wel lef om hier zo iets op te zetten. Het schijnt een zeiler te zijn die hier is blijven hangen... Maar het is duidelijk nog te vroeg op de dag dat we hier lopen; er is verder geen kip te zien.

De volgende dagen zijn we vooral bezig om de ankerlier te bestellen. Die varieert in prijs van 1687 dollar tot wel 2750, dus de meeste tijd zat hem in het afstruinen van het internet, op zoek naar goedkope winkels in de VS. We vinden een adres in San Diego, waar we de lier uiteindelijk bestellen. De verzendkosten waren ook wel interessant: namelijk iets van 680 dollar, maar dan hadden we de lier wel in 4 dagen per vliegtuig... We gaan voor een andere oplossing: vervoer per boot. Dan is het 80 dollar van Miami naar La Ceiba in Honduras met Rapido Cargo en eerst nog iets van 70 om de lier vanuit San Diego naar Miami te krijgen. De levertijd zou iets van 17 dagen moeten zijn, maar dat zal wel een weekje langer worden, afwachten dus...

Ondertussen kunnen we wat van Honduras gaan zien en moeten we nog het een en ander aan de boot doen, want dit houdt nu eenmaal nooit op. Klusjes zoals olie verversen van de motor, de waterpomp, en schilderen natuurlijk. Olie verversen was hard nodig, want de olie was in een korte tijd toch wel erg zwart geworden... Dit blijkt te komen omdat we diesel hebben met een hoog zwavel gehalte, waardoor je veel sneller olie moet verwisselen! Ik vond de motor ook al niet zo best klinken. Na een uitgebreid onderzoek van de beschikbare olie in La Ceiba komen we weer bij dezelfde soort olie uit die we in Grenada hebben gekocht. Het olie verversen stelt niet zoveel voor, maar om de afgewerkte olie op een verantwoorde manier af te geven blijkt niet mogelijk; men doet hier niet aan inzameling van afgewerkte olie... Het advies was eigenlijk: graaf maar een gat in de grond buiten de omheining van de werf en dump daar maar de olie in, terug naar waar het vandaan komt. Dit heb ik maar niet gedaan, maar hoe het nu wel moet... Ik ga naar een van de werklui van de werf en vraag waar ik de olie kwijt kan en krijg een emmer met de opmerking of ik die weer wil terug geven met de afgewerkte olie, dan doen zij de rest... Milieu vervuiling interesseert ze hier helemaal (nog) niets en dat is goed te zien aan al het afval dat overal ligt. Hopelijk verandert dit binnenkort, want het land wordt er echt niet mooier van.
De koelwaterpomp is een ander verhaal. Deze lekt als we vol vermogen varen en ik wil deze voorzien van nieuwe pakkingen en lagers. Ik had die al eerder aangeschaft om het ooit nog eens te doen als we hier de tijd voor hadden... Ik loop echter al snel vast als ik probeer om de pomp te verwijderen, de bouten blijken namelijk niet metrisch maar engels/amerikaans te zijn. We kopen een steeksleutel die misschien wel zal passen, maar deze glijdt net als de metrische van de kop van de bout af. Het is wel een hele vreemde maat en ik besluit om een net iets te kleine steeksleutel te kopen en deze op maat te vijlen. Dit lijkt beter te gaan, alleen blijken de bouten zo vast te zitten, dat er gewoon niets gebeurt, en ik ben bang dat er iets afbreekt, bij mij of de bout! Als ik de impeller van de waterpomp vervang, snap ik eigenlijk pas wat er lekt en als ik alles in het vet zet -zoals staat beschreven- lekt de pomp ook niet meer, ofwel was het hoog tijd dat ik de impeller verving ofwel heb ik niet het juiste vet gebruikt bij de voorlaatste beurt..

We bezoeken een jaarmarkt in Corozal en zijn er eigenlijk wat te vroeg, het feest is nog niet begonnen en we zien mensen die nog aan het bijkomen zijn van de avond ervoor. Corozal is een Garifuna dorp, met inwoners die als slaaf ontsnapt en gevlucht of verstoten zijn van het eiland San Vincente vlakbij Martinique. Ze kijken wat vreemd op als we al zo vroeg door het dorp lopen, maar de mensen zijn aardig en het lijkt wel of we weer terug zijn op een van de bovenwindse eilanden in de Carieb. Verder lopen er varkens vrij rond, die vrolijk hun eigen gang gaan. Als het ook nog gaat regenen, besluiten we om waar weer terug te gaan en lunchen we in La Ceiba bij een of ander tentje dat in de Lonely Planet beschreven staat. Ik bestel per ongeluk iets verkeerds; namelijk gegrilde lever en ik denk dit niet te lusten, maar het valt gelukkig mee en het smaakt eigenlijk best. We lopen terug naar de boot via de mall en gaan lekker eerst naar de film; Twilight, een film over een gezin van weerwolven, Karin vond het een geweldig mooie film: avontuur, actie, romantiek en een mooie natuur; alles wat ze mooi vindt.
Op een hele regenachtige dag bezoeken we een prive vlinder museum. Heel interessant, de beste man had zo'n beetje vlinders van heel de wereld hangen, zelfs uit Nederland! Hij vertelde ons heel gepassioneerd en legde van alles uit. Honduras zelf is echt een vlinder land, met zoveel soorten met even zoveel verschillende kleuren, van klein naar heel groot. Naast vlinders zijn er ook een heleboel andere insecten in Honduras, en die maken ook indruk. Zo snappen we een beetje wat er allemaal rond ons heen vliegt waar we met de boot liggen... Naast alle opgezette insecten en vlinders zijn er ook een paar levende exemplaren; namelijk een hele grote kever, een grote vlinder, een tarantula, en een of ander groen beestje. Best spannend als de kever over je hand kruipt en vervolgens je arm op wil, met zijn kleverige poten. De tarantula is een stuk aardiger, die vindt alles best. Er is ook nog een andere tarantula maar die is veel agressiever, en deze zet hij dan ook niet in onze hand, maar op de grond en hij gaat er gelijk vandoor... Na een tijdje laat hij of zij zich vangen en kan hij weer in zijn bakje. Op de boot zien we natuurlijk best wel wat insecten, maar toch niet wat er in het museum te zien is, behalve dan wat vlinders. Insecten die we bijna niet zien en vandaar ook de naam, zijn de zogenaamde "No-See-Ums", deze bijten echt gemeen, en als je te laat ingrijpt, heb je een jeukend wondje, zo klein als ze zijn! Verder zijn er natuurlijk best veel muggen en vliegende kevertjes. Met de horren
die we voor de luiken hebben houden we alleen de muggen tegen, maar de No-See-Ums en vliegende kevertjes jammer genoeg niet en je houdt ze ook niet tegen door te spuiten met een spray met deet. Slapen onder een laken dat je van top tot teen helemaal bedekt is dus eigenlijk het enige dat werkt, maar dat is natuurlijk wel warm.

Na een paar weken krijgen we de kans om naar Copan te gaan, Wim en Annette zijn namelijk terug van hun uitstapjes en willen wel op Ziggy passen als wij weg zijn. We lopen naar het busstation om alvast een kaartje te kopen, tenminste dat denken we, en we komen na een uurtje of twee langs een stalletje, waar iemand ons vraagt waar we naartoe willen. Wij zeggen het busstation, en hij zegt dat we een stuk terug moeten lopen, tja het begon al bergachtig te worden en minder bewoond... We lopen dus weer terug en kopen bus kaartjes om via San Pedro Sula naar Copan te reizen, eerst met de Diana Express en daarna met Casasola, we zijn benieuwd, toch wel acht uur in de bus en dat voor maar 8 euro per persoon. We lopen deze keer de directe route, lopen via de mall, kopen nog wat dingen in de supermarkt en lopen weer terug naar de boot. Zo lopen we wat af en daarmee besparen we zoveel mogelijk taxi ritjes, want die zijn hier toch wel prijzig in verhouding met de overige kosten. Voor acht euro kan je namelijk -met z'n tweeen weliswaar- een keer op en neer naar de stad, of met de bus half Honduras door! Als we op reis gaan naar Copan hebben we echt hetzelfde gevoel alsof we op schoolreisje gaan. Een hele dag in de bus, en dan op zoek naar hotelletje, spannend hoor. We hebben een jaar of tien geleden een vakantie naar Ecuador gedaan en dat ging op dezelfde manier. Je weet nooit waar je terecht komt en wat je onderweg allemaal meemaakt en dat kan best heftig zijn. De bussen in Ecuador waren prima, alleen de chauffeurs waren niet normaal: die denken dat de bus een paard is of zo dat getemd moet worden, die gasten rijden keihard op die bochtige berg weggetjes. Meestal een maria beeldje ergens op het dashboard en blijkbaar kan dan alles en dus scheuren ze maar en vaak deden ze dan ook nog wedstrijdje met een andere bus, zodat de mensen vaak moeten instappen in een alweer rijdende bus om geen tijd te verliezen...

De busreis naar Copan viel gelukkig mee. De bussen zijn hier weliswaar een stuk slechter (kapotte stoelen/ramen en geen airco) maar de chauffeurs rijden behoedzamer. We zagen wel een aantal ongelukken, waarbij bij een ook een bus betrokken was, maar meestal gaat het wel goed. Wat eng blijft is het inhalen, niet iedereen rijdt namelijk even hard, je ziet hier zelfs nog paard en wagen, of hele oude trucks die bijna niet voorruit te branden zijn, al stinken ze wel zo. Bussen moeten die langzame voertuigen inhalen, anders komen ze nooit op tijd aan. Nou, de oplossing is heel veel toeteren en gewoon door rijden als er een tegenligger aankomt, die gaan namelijk toch wel opzij; anders wordt de weg gewoon van een tweebaans weg een driebaans. Moet er niet net iemand lopen of fietsen, want die moet maar oplossen of zo! In San Pedro Sula moeten we overstappen op een bus van een andere busmaatschappij, er staat al iemand klaar om ons te begeleiden naar de bus. In een hoog tempo lopen we door de busterminal met een groepje Canadese toeristen die ook naar Copan gaan en die het helemaal niet bij kunnen houden. Als we bij de andere bus zijn krijgt de reisleider een heerlijke uitbrander van een Franse Canadese... De reisleider is een hele ruige jongen die toch even beteuterd staat te kijken. Dankzij het hoge loop tempo hebben we nog een klein half uur om even wat te eten. We halen bij een Comedor (klein eettentje) rijst met kip en tortilla met friet en wat te drinken en stappen in de bus. De buschauffeur stapt eindelijk toch ook in en start de bus en gaat tanken. We krijgen eerst nog allerlei verkopertjes in de bus met mango's, koeken, drinken, pizza en wat al niet meer. We rijden eerst nog langs een aantal grote bedrijven en gaan dan de bergen in en moeten dan alweer stoppen voor een politie controle. Twee agenten lopen de bus door en vragen aan sommige mensen om zich te legitimeren. Ik kom er achter dat we mijn camera hebben laten liggen in de vorige bus. Ik had hem tussen ons in liggen en hij is waarschijnlijk tussen de stoelen gezakt zodat we deze niet meer zagen met het uitstappen. We vragen de conducteur van de bus of hij misschien kan bellen naar de andere bus maatschappij en hij krijgt te horen dat ze niets gevonden hebben... Gelukkig hebben we onze telefoon nog om foto's te maken. Toen we bijna bij Copan waren, kwamen kregen we toch wel last van slechte wegen, waar we zelfs een lekke band door kregen. De wegen hebben last van afbrokkelende bergen, wat komt door de gigantische hoeveelheid regen die er valt. Ondanks het feit dat de bergen hier helemaal begroeid zijn met bomen en struiken, ontstaat er toch erosie en vallen er stukken berg op de weg. Wat we ook zagen was dat er een heel stuk weg was weggeslagen door de rivier Rio Copan, dat zag er echt eng uit. De buschauffeur had hier geen last van, maar ja die rijdt hier elke dag, 's ochtends 4 uur van Copan naar San Pedro Sula en 's middags weer terug...

We vinden een leuk hotelletje met een mooi uitzicht over het dal van Copan. De volgende dag gaan we vroeg uitgebreid ontbijten met eiren, kaas, avocado, bonen en toast en vertrekken daarna richting de ruines. We lopen met de jas aan omdat het nog behoorlijk koud is, namelijk een graad of 11. Het park gaat net open en we lopen met enkele andere mensen naar de eerste stella's (beelden van de koningen van Copan). Wat opvalt in deze omgeving is de stilte, wat een rust heerst er hier. De beelden die we zien, zijn na meer dan 1000 jaar met zon en regen en andere invloeden nog steeds mooi. Af en toe staat er ook een replica tussen en die ziet er na 10 jaar eigenlijk al slechter uit.. We hebben ervoor gekozen om geen guide te nemen, omdat we die veel te duur vinden. We doen het wel met de uitleg uit de Lonely planet en een kaart die we hebben van de tourist information en af en toe horen we wat als we bij een groepje mensen staan met een guide. Op deze manier pikken we wat extra informatie op, al zijn niet alle guides even goed. Er valt een guide op -een wat oude Amerikaan- en die staat te vertellen alsof hij er zelf bij was. We treffen het met het weer, een enkel buitje en meestal is er de zon. Als je zo tussen de tempel ruines doorloopt krijg je niet echt een idee van hoe ze hier nu geleefd hebben; hopelijk wordt dit in het museum duidelijker. De natuur maakt het de ruines niet gemakkelijk, zo groeien er overal nog bomen en planten op en door de bouwwerken en vooral op de trappen. Wel mooi om te zien, maar niet goed voor de bouwwerken, want die gaan door de jaren heen helemaal kapot, en daarom verwijdert men de bomen en is men aan het restaureren wat kapot is. Zo is nu de trap met hierogliefen helemaal af. Toen men de Copan ruines vond, waren deze ruines helemaal niet zichtbaar, ze waren een met de natuur en zaten vooral onder de grond. Sinds de ruines ontdekt zijn aan het eind van 19e eeuw, worden ze stukje voor stukje uitgegraven en dat is eigenlijk nog steeds aan de gang! Namelijk als men niets doet groeit alles hier gewoon weer dicht. Onvoorstelbaar dat hier bijna 2000 jaar geleden een hele beschaving -met op zijn piek wel 20.000 mensen- is geweest en dat zo'n 500 jaar lang, waarvan nu alleen nog wat ruines van over zijn! De reden waarom deze beschaving verloren is gegaan wordt niet duidelijk, de een zegt door de droogte, zodat er niet genoeg eten meer was, een ander houdt het op uitroeiing door de spanjaarden of een vijandige Maya-clan, maar op dit moment zou je bijna zeggen door een teveel aan water... De Copan ruines hebben begin twintigste eeuw door water flink wat schade op gelopen, doordat de Rio Copan een deel van de oostkant heeft weggeslagen, waardoor er een belangrijk deel van de ruines verloren is gegaan. Later heeft men de rivier omgelegd, maar of dit voor de toekomst voldoende is, moet nog blijken, want het water stijgt ook hier nog steeds.

We lunchen net buiten het park aan een tafel en 's-middags bezoeken we het museum. In het museum staan vooral de stella's die men wil behouden, want de stella's die buiten staan, staan weliswaar onder een afdakje, maar zijn toch onder invloed van het weer. In het midden staat een replica van het binnenste van de Acropolis, de tempel Rosalila, een indrukwekkend bouwwerk. Verder staan er behoorlijk wat beelden, met allerlei decoraties, inscripties, figuren, kunst voorwerpen, en creatieve creaties, en gelukkig allemaal nog best wel in goede conditie! Na het museum is ons nog niet helemaal duidelijk hoe men hier nu leefde. Volgens de Lonely Planet is er naast de Copan site, nog een site namelijk Las Sepulturas, die je ook mag bezoeken. Als we daar naar binnen lopen, komt er gelijk iemand met ons mee, werpt zich op als gids en legt ons (ongevraagd) uit wat zich allemaal op deze site bevindt. Als we vragen wat dit allemaal gaat kosten, zegt hij dat een gift voldoet.. Hij heeft heel wat te vertellen over het leven van de Maya's en heeft dus antwoord op hoe men hier nu leefde. De ruines die we zien, zijn de huizen van de mensen iets lager in rang dan de koninklijke familie van het Maya koninkrijk; wanneer je namelijk iets van steen kon laten bouwen had je behoorlijk wat geld. Hier leefden o.a. de sjamaan, de schriftsteller en de vissers. Het arme volk (boeren en werklui) woonde in houten huisjes en die zijn geen van alle bewaard gebleven. Het is eigenlijk een klein dorp, met zijn eigen riolering, zoet watervoorziening, toiletruimte, warm water bron om te baden, best wel luxe eigenlijk. Verder legt de gids uit hoe men eten bereidt, dat men viste, communiceert via de la Ceiba boom, en hoe men de verschillende verf kleuren maakt. Als we terug lopen, vertelt hij over de natuur, en zegt hij dat we het museum in het dorp ook nog moeten bezoeken, maar daar hebben we toch geen fut meer voor. We doen onze donatie en lopen terug naar ons hotel en rusten uit op terrasje met een glaasje rum en chips.
's Avonds eten we bij hetzelfde restaurant waar we ontbeten hebben (met de jas aan, zo koud is het), en liggen op tijd in bed, na deze toch wel zware dag met veel indrukken. Als we de volgende dag vanuit de bus terugkomen bij de boot, nodigt een jarige Wim ons uit om te gaan eten in de stad, en daar gaan we graag op in. Ziggy heeft het prima naar de zin gehad met Annette, en heeft ons helemaal niet gemist.

Maandag, als we weer eens naar het kantoor lopen, blijkt dat de ankerlier is aangekomen. Sterker nog: hij was er vrijdag al en dus prima op tijd. Wij zijn helemaal nog niet klaar met de voorbereidingen om de nieuwe lier te bevestigen, de oude zit er zelfs nog op! Dat wordt mijn eerste karwei vandaag. Het valt gelukkig mee en de lier ligt er in een uur vanaf. Het dek onder de lier, de ondergrond, ziet er niet slecht uit. Ik maak deze kaal en zet deze opnieuw in de epoxy en in de verf. Volgens de beschrijving van de lier moet deze worden vastgezet met siliconen kit, en de lier moet gescheiden van het dek gemonteerd worden met een plastic plaat. Of we hier de elektrolyse mee tegenhouden vraag ik mij af, omdat de boot via de ketting altijd in verbinding staat met de lier, en er dus geen echte scheiding is... Waarschijnlijk is het beste om de lier zo droog mogelijk te houden, met een afscherm kapje, zodat er zomin mogelijk vocht bijkomt en met zoet water naspoelen als we op zee zijn geweest.

Ondertussen proberen we om onze foto camera terug te krijgen. Alleen lukt dit niet erg. Als we informeren op het busstation nadat we terugkomen uit Copan, krijgen we het telefoon nummer van José, de jongen die ons de buskaartjes heeft verkocht. Hij zal informeren in San Pedro Sula of ze de camera misschien alsnog hebben gevonden. We bellen een paar keer, maar krijgen hem maar moeilijk te pakken, of hij neemt niet op. Ik besluit naar het busstation te gaan en eens bij José te informeren hoe het nu zit. José zit in zijn ligstoel voor het buskantoortje bij te komen van de drukte en herkent mij eigenlijk niet echt als hij mij ziet. ALs ik zeg dat ik kom voor de camera, weet hij wie ik ben. Hij zegt dat deze nog niet is gevonden, en doet net alsof dit niet meer gaat gebeuren! Oke, dat is dan maar zo, maar ik denk als ik deze opgeef aan de verzekering, moet ik toch wel iets als bewijs hebben dat de camera ook werkelijk weg is. Ik leg uit aan José dat het de gewoonte is om naar de politie te gaan om aan te geven dat de camera vermist is, dit i.v.m. de verzekering. Het woord politie doet het gezicht van José veranderen, en hij pakt gelijk zijn GSM en belt het kantoor in San Pedro Sula en krijgt te horen dat de camera gevonden is... Hij zegt dat de camera er de volgende dag met de bus van 15.15 in La Ceiba op het bus station is! En de volgende dag -een uurtje later dan afgesproken weliswaar- heb ik de camera weer terug, ongelofelijk... Het was ons al opgevallen dat de invloed van de politie in Honduras erg groot is. Alleen het noemen ervan was in dit geval al genoeg. We staan er toch echt van te kijken dat we hem weer netjes terug hebben; zeker omdat het onze eigen stommiteit was. Dat zie ik in Nederland nog niet zo snel gebeuren.

Karin is al een paar dagen verkouden en wordt zelfs echt ziek. Het lijkt griep te zijn al blijven we voorzichtig omdat allerlei andere ziekten (bv. malaria of typhus) vergelijkbare symptomen vertonen. Als de koorts lang aanhoudt zal ze naar een dokter moeten om te laten bepalen wat er aan de hand is. Maar gelukkig zakt na een week de koorts en komt die niet meer terug. Ook hier komt griep voor en daar hebben aardig wat mensen last van in Honduras. Je merkt aan het weer hier wanneer er slechter weer aankomt vanuit de US, dan beginnen mensen om ons heen ook meer verkouden te worden. Nou ja, slecht weer; de temperatuur zakt dan naar 23 graden of zo en het gaat heel veel regenen en soms waait het wat harder. Als Karin weer beter is krijg ik last van een opgezette linker knie. Ik voel er niets van, maar het ziet er toch niet goed uit en ik moet het rustig aan doen. Op deze manier liggen we toch weer een paar weken langer in La Ceiba dan geplanned. We hebben hier prima gelegen, een hele mooie plek met veel natuur, af en toe herrie van de werf maar ook van de vogels, want die kunnen er hier ook wat van. Morgen varen we weer naar Roatan, naar Westend, zodat we de boot aan de onderkant kunnen schoonmaken, want dat zal wel hard nodig zijn na zolang stil te hebben gelegen.
Omdat het ons zo goed bevallen was een ankerlier via de werf te bestellen in de VS, hebben we er nog veel meer besteld. Dat zullen we allemaal over een paar maanden komen ophalen. Dan hopen we ook nog in de bergen vlakbij La Ceiba te gaan wandelen; daar was het in de afgelopen 6 weken nog niet van gekomen...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

We zij alweer een tijdje thuis en gaan in 2012 weer een stukkie verder varen.. Foto's van de afgelopen reis staan op: http://picasaweb.google.com/sytanami

Actief sinds 29 Sept. 2008
Verslag gelezen: 517
Totaal aantal bezoekers 41231

Voorgaande reizen:

01 November 2008 - 01 November 2009

Curacao naar ..

Landen bezocht: