Martinique - Reisverslag uit Le Marin, Martinique van tanami - WaarBenJij.nu Martinique - Reisverslag uit Le Marin, Martinique van tanami - WaarBenJij.nu

Martinique

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg

26 April 2007 | Martinique, Le Marin

Martinique

We vertrekken in de namiddag richting Martinique.
Lekker weer eens 's nachts varen, lekker koel. Het is 95 mijl, dus plannen we het zo dat we de volgende dag 's ochtends aankomen als het licht wordt. We zetten het grootzeil nog maar niet, want de vlagen komen hier keihard naar beneden en van alle kanten, dus vertrekken we alleen op genua. Als we buiten zijn, hijsen we het grootzeil, want de wind is flink afgenomen. Dit gaat natuurlijk niet van harte: het grootzeil zetten met de genua er al op. Ondanks de golven en het geklapper van de genua krijgen we het grootzeil toch gezet; blijkt het gewicht van de boot toch nog ergens goed voor te zijn...

We naderen het eiland St. Vincent en zien een heleboel vogels boven het water, duikend naar vis. We hebben de vislijn in het water, dus hier moet het weer lukken om een visje te vangen. De vogels gaan tekeer en duiken en krijsen, tja en wij hebben gelijk beet. De vraag is even wat, want het kan ook een vogel zijn... De lijn blijft onderwater tot een paar meter van de boot en dan blijkt het toch een vis te zijn en weer eens een tonijn. Volgens mij had deze tonijn last van teveel adrenaline, ik had namelijk veel weerstand met het binnenhalen van de vis. Tijdens het schoonmaken van de vis werd dit niet minder en dat allemaal onder 20-25 graden helling en golven, want de wind was flink toegenomen. We varen onder St Vincent door, waar de wind helemaal wegvalt. We zien in de verte een aantal dolfijnen, maar die komen helaas niet naar ons toe. Met af en toe de motor erbij sukkelen we onder het eiland door. Als we het eiland voorbij zijn krijgen we weer wind, nou ja wind, wind variërend tussen de 5 en 25 knopen. Dan valt de wind helemaal weg, waarna de wind terugkomt en stabiel blijft tot aan St Lucia. We draaien weer wacht en ik ga als eerste slapen. Karin zeilt de boot en het schiet goed op. Ik krijg nog een guts water in mijn gezicht, want het slaapkamer raampje had een voltreffer te pakken van een gekke golf die over de boot kwam. Bij St Lucia mag ik weer uit bed en is het mooie zeilen voorbij omdat we weer onder een eiland zitten. Ik zie allerlei lichtjes boven het water, die ik niet goed kan plaatsen. Een groep lichtjes lijkt wel land en de andere lichtjes, die bewegen de hele tijd. De land lichtjes blijkt een grote tanker te zijn met al zijn lichten aan. De tanker ligt te wachten om de haven in te gaan. Hier buiten kan hij niet ankeren, want het is er 700 meter diep en dus vaart hij heel langzaam een beetje rond! De andere lichtjes zijn vissers, die ons gelukkig met rust laten.

Na St. Lucia moeten we meer aan de wind varen en moeten we zelfs reven en de genua wat inrollen. Als het licht wordt passeren we een cruise schip en ik zie zowaar een kleine walvis! Om een uur of zeven varen we bij Martinique de Cul de Sac du Marin binnen om in te klaren in Le Marin. Het is zondag dus alles is nog erg rustig. Als we halverwege zijn zeg ik zo: waarom gaan we nu eigenlijk in klaren, terwijl de douane er misschien helemaal niet is? We draaien gelijk om en varen naar de ankerplaats bij St-Anne. Een mooie, grote baai waar we het anker uitwerpen, en daarna gelijk gaan slapen. Inklaren komt morgen wel...

In St-Anne hebben we een auto gehuurd voor een week. Het probleem is alleen dat we niet weten waar we de auto kunnen afhalen. We hebben de verhuur via internet geregeld, net zoals in Frans Guyana en bij hetzelfde autoverhuur bedrijf. Ook toen was het onduidelijk en nu dus weer. We gaan maar naar de plaatselijke VVV en vragen het daar. Een mevrouw achter de balie wil onze vraag niet gelijk beantwoorden, omdat ze eerst van ons wat wil weten. We hadden dit niet helemaal door, maar uiteindelijk kregen we te horen waar het zou kunnen zijn. We lopen daar naartoe, en vragen het daar nog eens en vinden het autoverhuur bedrijf. We worden daar erg vriendelijk behandeld. Ze tikt vervolgens al de gegevens die ik al had ingevoerd op het internet nog een keer in.. en krijgen de auto mee.

We gaan eerst maar inklaren in Le Marin. Le Marin is een watersport centrum van formaat! Lang geleden dat we zoiets hebben gezien. Hier is een flinke marina, waar veel jachten en zelfs grote catamarans een ligplaats hebben. Het schijnt een van de veiligste marina's van het Caribisch gebied te zijn. We zoeken nog even waar we in kunnen klaren (als je het steiger op komt recht voor je neus..) De douanier is een stille, Karin vult de papieren in, ik teken en alles is voor elkaar. Daarna gelijk naar de supermarkt om wat lekkers voor de lunch te kopen. Dan rijden we Le Marin uit en rijden zomaar wat op zoek naar een lunch plek ergens langs de weg. Na een uurtje nog steeds niks, zie ik een weggetje de berg opgaan en we volgen dit en stoppen uiteindelijk voor de lunch. We genieten van het eten dat we gekocht hebben. Een stokbrood met rillette, verse geitenkaas, worst en natuurlijk augurkjes erbij. Lekker hoor, dat hebben we echt gemist, lekker snoepen. Op andere eilanden -die we tot nu toe gezien hebben- is dit er allemaal niet, en dat mis je toch best wel. Nu kopen we elke dag wel wat te snoepen en slaan eten in voor de laatste maanden op de boot. Niet goedkoop maar wel lekker.

Met de auto rijden we heel het eiland over. We bezoeken een aantal rum distilleries, waar we mogen rondkijken en proeven. Natuurlijk kopen we een fles of wat. We gaan ook naar de vulkaan Mount Pelee, en lopen naar de top. Helaas was het boven niet helder, door de overkomende wolken, maar wel lekker koel. We rijden zelfs weer eens op een snelweg, een 3-baans nog wel bij Fort de France. Men rijdt hier zoals in Parijs: hard, onbezonnen, rechts inhalend enz., vooral de motorrijders, scooters en vrachtwagens rijden als gekken. Er rijden onvoorstelbaar veel auto's rond en zijn er dus files en parkeer problemen zoals thuis in Nederland. Na een dag auto rijden heb ik het dan ook weer helemaal gehad, en ben ik blij dat we weer op de boot zitten, wat een rust!

Met mijn verjaardag gaan we 's avonds lekker uit eten in een Frans restaurant. Dit was uitzonderlijk lekker, en lang geleden. Als we de auto inleveren, wordt er verwacht dat deze schoon is natuurlijk, of je koopt dit af. Je ziet overal tankstations op het eiland maar eigenlijk nergens een carwash! Het weer zat gelukkig mee en we werden verrast door een grote hoeveelheid regen, waar we de auto netjes mee konden wassen voordat we hem inleverden! We blijven nog een dag liggen in St-Anne en varen dan naar Fort de France, de hoofdstad van het eiland. We zeilen met de genua op, de wind pal van achter op het gemak daar naartoe. Nou ja niet helemaal, want Fort de France ligt in een baai toch wel erg in de wind, en veul wind ook nog. Dus dat werd 1 klap naar de overkant van de baai, en daarna hebben we de motor maar gestart, want alleen op genua kwamen we er niet tegenin! Fort de France is een aardige ankerplaats, en inderdaad is daar een fort zoals de naam zegt. Je ligt zelfs met de boot vlak achter het fort, erg mooi. Helaas kan je het fort niet bezoeken want het is een militaire basis! Het centrum van Fort de France is helaas 'n beetje vervallen. Ze zijn alles aan het opknappen, maar mooi is het (nog) niet.

We bezoeken de Schoelcher bibliotheek, de groente en vismarkt, de scheepswerf met het droogdok en een botanische tuin. We lunchen bij een leuk tentje en eten weer lekker. Wat opvalt is dat men hier graag een glaasje rum drinkt, en ook vooral op tijd; je ziet hier namelijk mensen al 's ochtends aan de rum, en dus met de lunch al aardig dronken en hard pratend, discussierend en schreeuwend!?

De ankerplaats wordt steeds slechter door de draaiende wind en ik besluit te vertrekken, we gaan naar St. Pierre. St. Pierre was vroeger de hoofdstad van Martinique, maar door de vulkaan uitbarsting -ruim honderd jaar geleden- is de hoofdstad Fort de France geworden. Onderweg er naartoe vangen we een barracuda, niet echt een vis die je graag wilt vangen. Ik knip de lijn door en laat hem los. Bij die bek met al die scherpe tandjes durf ik niet in de buurt te komen.
In St. Pierre ankeren we vlakbij de pier zodat we gemakkelijk met de bijboot naar de kant kunnen roeien. We liggen naast Piet, die ook een Caribbean 40 heeft, net zoals wij, alleen heeft hij hem flink aangepast om te charteren. Als hij zijn gasten aan wal heeft gezet, vaart hij even langs voor een pilsje. Wij laten onze boot zien en hij de zijne. Eigenlijk lijken ze helemaal niet op elkaar, alleen de voorste helft misschien. Zijn hele boot is een stuk hoger, heeft een andere kajuit, een andere achterkant, een andere indeling binnen, enzovoort. Het ziet allemaal piek fijn uit, maar dat moet ook wel als je chartert!


De volgende dag gaat Piet weer verder, en wij gaan de kant op, op zoek naar een waterval. Eerst naar het vulkanisch museum, waar we helaas niet mogen fotograferen. Het museum geeft aardig weer wat er gebeurd is tijdens de vulkaan uitbarsting op 8 mei in 1902. St. Pierre was in die tijd een stad met allure, en erg mooi, maar door de uitbarsting werd ze volledig verwoest. Daarna bezichtigen we het theater, en de gevangenis, tenminste de ruines ervan, en wandelen het dorp uit vermoedelijk richting de waterval. Na een hele tijd langs een watertje te hebben gelopen, kunnen we linksaf richting de Depaz rum distillery. We ontmoeten hier iemand die een auto aan het repareren is en zegt dat de waterval 20 km verderop zit... Dan maar naar de distillery; ook niet erg. Deze distillery is weer heel anders dan de andere, niet het proces, maar de sfeer die er hangt. We hebben nu een aantal distilleries bezocht en het valt op dat de mensen van de distilleries Depaz en St. James commercieel en formeel zijn, en op de distilerie La Mauny juist vriendelijk en behulpzaam. Ook de bezichtiging en het proeven zijn elke keer anders, zo kregen we bij St. James geen rondleiding omdat die maar 2 keer per dag was en ook niets te proeven, maar wel veel informatie in hun mooie museum. Bij Depaz loop jezelf een afgebakende tour met beschrijving door de fabriek met daarbij het museum, en kregen we een Ti punch te proeven. Dit is een mini cocktail, maar hiermee proef je niet puur de rum. Bij La Mauny loop je ook zelf een tour met daarbij een beschrijving en mocht je overal bij komen. Dit was een beetje vreemd, want je kunt gewoon bij hele heftige apparaten komen zoals bijvoorbeeld bij de stoommachine. Bij de stoommachine stond iemand te werken en hij vertelde e.e.a. over de fabriek. Dit was natuurlijk in het frans met daarbij heel veel herrie. De man droeg een zonnebril, waarom weet ik niet want het was er toch best donker. Hij liet ons van alles zien, en ook van dichtbij, waar we zelf toch niet zomaar naartoe zouden gaan. Bij de distillatie kolom kregen we de rum te proeven van net na de distillatie dus met 70% alcohol, en nog warm ook, dat voel je wel.Daarna kregen we nog de daadwerkelijke proeverij, dus het is maar goed dat ze niet zo streng controleren op de weg. Hier kregen we drie soorten rum te proeven, en we konden ook nog aangeven in welke we waren geinteresseerd. Hier hebben we een oude rum gekocht en een wat sterkere rum voor de Ti punch.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

We zij alweer een tijdje thuis en gaan in 2012 weer een stukkie verder varen.. Foto's van de afgelopen reis staan op: http://picasaweb.google.com/sytanami

Actief sinds 29 Sept. 2008
Verslag gelezen: 446
Totaal aantal bezoekers 39362

Voorgaande reizen:

01 November 2008 - 01 November 2009

Curacao naar ..

Landen bezocht: