Granada - Grenadines - Reisverslag uit Port Elizabeth, St. Vincent van tanami - WaarBenJij.nu Granada - Grenadines - Reisverslag uit Port Elizabeth, St. Vincent van tanami - WaarBenJij.nu

Granada - Grenadines

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg

15 Maart 2007 | St. Vincent, Port Elizabeth

We verlaten het land Grenada via het eiland Carriacou. We zeilen weg uit de baai op alleen de genua. We varen de korte stukjes (maximaal 10 mijl) steeds op genua, omdat het de moeite niet is om het grootzeil te zetten. Lekker relaxed, en het schiet nog op ook. We kunnen er zelfs goed bij vissen. Als we een uurtje onderweg zijn vangen we bij een snelheid van 4 knopen een tonijn van zeker 5 kg. Wat een beest, ik ben wel even zoet om deze binnen te krijgen. Ik maak de vis schoon op het zwem platform, wat eigenlijk ideaal is voor dit soort werkzaamheden. Dit vanwege alle rotzooi die vrijkomt bij het schoonmaken van een vis, zoals de vissenkop, bloed, ingewanden en natuurlijk de staart. Als de vis schoon is: een paar putsen water over het zwem platform en alles is weer schoon. Ik heb eens gelezen dat het niet verstandig is om de vis schoon te maken in de kuip. Je hebt namelijk vissen die zo wild zijn -of worden, als je er het mes inzet- dat ze alle kanten opspringen en zelfs in de kajuit terecht kunnen komen met alle gevolgen van dien. De poezen houden zo'n beest echt niet tegen hoor... Na het schoonmaken van de vis ben ik altijd een beetje misselijk, maar ja, je krijgt er ook wat voor terug; namelijk een week vis. Na een week tonijn eten, heb je wel weer even genoeg vis op en ben je weer misselijk!

Op Union eiland klaren we in voor het land St Vincent en de Grenadines. We ankeren bij het plaatsje Clifton, laten de rubberboot te water en roeien naar de kant. We moeten deze keer bij het vliegveld(je) zijn om in te klaren; weer eens wat anders. We hadden al gehoord dat het er niet echt vriendelijk aan toe gaat en dat klopt. Na een half uurtje zijn we weer klaar en lopen we terug. We blijven niet in Clifton want dit is duidelijk geen plek om te overnachten. Lager wal met veel wind en golven, en druk verkeer van allerlei bootjes. We varen dus gelijk weg en gaan naar het eiland Mayreau, waar we ankeren in Salt Whistle bay samen met nog een twintigtal boten! Erg druk dus, want de baai is niet groot. Voor het ankeren vaar ik tussen de boten door en wordt aandachtig in de gaten gehouden. Alsof ik op zo'n korte afstand van iemand ga ankeren; wij niet maar charter boten doen dat wel, dus vandaar die aandacht! Wij ankeren als buitenste boot, en liggen niet echt in de baai. Vijf minuten later gaat de boot schuin voor ons weg. Aardig van hem om dit even te melden, ze lachen er zelfs om, vreemde mensen! Wij gaan op hun plek liggen en liggen er goed. We gaan gelijk snorkelen, checken het anker en bekijken het koraal bij de kant. Het koraal is niet bijzonder maar de vissen wel, we zien zelfs een trommelaars paartje (Spotted Drum) Later vertrekken er nog meer boten uit de baai en kunnen we eindelijk de kant een beetje bekijken. Van sommige baaien kunnen ze net zo goed gelijk een marina maken; zoveel boten liggen er en dan passen er ook veel meer in de baai...

De volgende dag varen we naar het natuurpark Tobago cays, een onderwater park waarvoor je moet betalen. We ankeren op een mooie plek niet te ver van het zogenaamde Horseshoe rif. Het Horseshoe rif is de enige bescherming van de ankerplaats en de Tobago cays tegen de golven van de oceaan. Je kijkt dus uit over het rif naar de oceaan, alleen dit al is indrukwekkend! Ik ga gelijk het water in om te snorkelen. Het is toch wel even een stukje zwemmen om bij het koraalrif te komen, er staat namelijk wat tegenstroom. Het koraalrif is indrukwekkend, ongelofelijk wat een koraal, de vis is wat minder. Het lijkt erop dat de vis vooral in baaien te vinden is en op het koraal juist niet. Hier zie je echt allerlei soorten koraal met de mooiste kleuren en vormen. Hier is het koraal niet aangekoekt met alg zoals je vaak op andere plaatsen ziet, dat kan ook bijna niet want het stroomt hier waanzinnig. Hier moet je echt voor oppassen, want je stroomt zo de oceaan op, voorbij het rif...

Een paar uur later neem ik de camera mee om foto's te maken. Dit valt niet mee, want omdat ik de camera vasthoud, kan ik alleen de zwemvliezen gebruiken en niet mijn armen. De camera samen met onderwaterbehuizing zelf remt trouwens ook behoorlijk af, omdat deze zo lomp groot is. Zeker een uur ben ik weg en als ik weer aan boord kom ben ik behoorlijk uitgeput. Op de terugweg kwam ik nog een flinke stingray (rog) tegen, samen met een aantal koffervisjes op zijn rug. We kruisten elkaars pad en dat vond hij niet zo leuk en deed dus een paar uitvallen, wat ik weer niet zo leuk vond. Ik ben maar een beetje om de rog heen gezwommen, want die beesten zijn gevaarlijk. Karin voelt zich niet zo sterk vandaag, dus gaan we met de rubberboot naar het rif. Speciaal voor de rubberboten zijn er boeitjes uitgelegd waaraan je kunt vastmaken zodat je niet hoeft te ankeren en zo wordt het koraal niet beschadigd. De plek waar we nu zijn, is wat meer naar het zuiden. Hier ziet het er weer anders uit, vooral omdat het koraal dichter op elkaar zit. We zitten ook wat dichter naar de oceaan toe. Karin komt maar net tegen de stroom in. Buiten de geulen stroomt het gelukkig minder en kan ze goed meekomen. We zwemmen samen tussen het koraal en de vissen door, erg mooi. Hier zien we duidelijk meer vis en zelfs een paar die we alleen nog maar in Tobago hebben gezien. Van alles wat we tot nu toe hebben gezien zijn de Tobago cays het mooist, hier zie je alles bij elkaar wat we tot nu toe op andere plaatsen hebben gezien en dan groter, meer en mooier. Hopelijk maken de foto's dit ook duidelijk, maar foto's maken en filmen onderwater valt niet mee. Dit komt vooral omdat je de camera niet makkelijk stilhoudt door de altijd aanwezige golfslag. Of door de lichtval die hier erg sterk is, wat de foto's vaak overbelicht. De onderwaterbehuizing zelf heeft ook nog weleens last van condens voor de lens wat komt door het heet worden van de batterij. Ik heb hiervoor van die silica gel zakjes, maar die kunnen dit niet allemaal verwerken. De oplossing is eenvoudig: wat afwasmiddel op de binnenkant voor de lens. Dit werkt gelukkig goed en nu zijn de foto's niet meer zo mistig!

De volgende dag snorkelen we nog een keer en daarna vertrekken we naar het eilandje Petit Tabac. We moeten helemaal om het Horseshoe rif heen om hier te komen; Petit Tabac ligt hier namelijk net buiten. Bij dit eiland kan je alleen overdag ankeren, want 's nachts is een beetje gevaarlijk. Je ligt hier in een smal geultje van drie meter diep met op 5 meter afstand het strand en aan de andere kant op 5 meter het koraal rif. Hier gaan we ook weer gelijk snorkelen. We checken het anker, dat zit goed ingegraven, dus we kunnen verder gaan met snorkelen. Ook hier is het weer erg mooi; wat een onderwater paradijs. Hier is het weer anders dan bij de Tobago cays, het is hier namelijk een stuk dieper en het koraal is dus veel hoger en groter. Ik zie nog een schildpad en een barracuda samen met een hele grote school vissen (eten genoeg). We liggen hier tot en met de middag en dan verandert het weer. Ik dacht nog om hier misschien te overnachten, maar dat durf ik nu niet meer. Door het draaien van de wind is het strand lager wal geworden en liggen we nog maar een paar meter van het strand vandaan. Een meter of 10 achter ons breekt het water de hele tijd, daar kan ik toch niet van slapen en we vertrekken dus maar. Jammer, want het is hier erg mooi! Het weer doet een beetje vreemd deze dag, 's ochtends werden we al verrast door een sloot regen en nu krijgen we te maken met buien met vooral wind. We varen naar Mayreau en ankeren in Saline bay. Een hele lange baai met een mooi strand, waar je lekker rustig ligt.

Na een rustige nacht varen we 's ochtends weg richting Canouan. Alleen op genua, wind genoeg uit het oosten en we zijn vlot in Canouan. We proberen aan de westkant van het eiland achter het rif te komen, maar dit is vanwege de golven te riskant. We ankeren aan de zuidkant van het eiland, vlakbij het vliegveld. Het is een mooie plek, maar om te overnachten is het niks, want 's middags draait de wind naar het zuidoosten en wordt de kant langzaam lager wal. Een mijl ten westen van ons zijn ze flink aan het werk. Hier wordt namelijk een complete berg afgegraven zodat er in de toekomst grotere vliegtuigen kunnen landen op het vliegveld. Ze laten de los gebroken stenen van bovenop de berg gewoon naar beneden vallen om daarmee het vliegveld te verlengen! Hier is vast over nagedacht; het geeft alleen wel erg veel stof. Om een uur of drie halen we het anker op en zeilen naar een andere ankerplaats. Het plan was de hoofdstad (dorp) van het eiland te bezoeken, maar als we rond de afgraaf berg komen, horen we de bas al van de muziek. Terwijl het dorp zeker nog twee mijl weg is... het is weekend vandaar. Ik zoek in onze pilot naar een andere ankerplek. Deze is er gelukkig, en wel in Corbay. Hier horen we de muziek nog steeds, maar ja, anders moeten we het eiland verlaten.

In Corbay liggen we alleen, dit is behoorlijk uniek in de Carieb! De reden hiervoor is waarschijnlijk de laad en los wal voor onze neus, die er niet zo mooi uitziet, en natuurlijk het lawaai dat hier waarschijnlijk de volgende ochtend vandaan gaat komen. Naast de loswal is de baai zowel boven als onder water erg mooi. We zwemmen/snorkelen naar de oostpunt en zien veel vis en flinke rotsblokken en best wel wat koraal. Omdat het zo rustig is kunnen we eindelijk weer eens barbecuen; dit hebben we niet meer kunnen doen sinds Natal in Brazilie. Om te barbecuen aan boord, mag er niet teveel wind staan, want dan waaien de kolen eruit. Er gebeurt helaas iets anders: de constructie -die we toch al een paar keer gebruikt hebben- brandt door... Het gevolg is brandende kolen aan dek en in de kuip, we vegen ze zo snel mogelijk overboord, maar de schade is helaas al aangericht. Dat wordt flink schuren om de brandplekken uit het hout te krijgen! Ik herstel de constructie, en deze keer goed, en we barbecuen tonijn steaks. Tijdens de barbecue zie ik een paar keer dat een bootje even naar de kant gaat, iets ophaalt en weer wegvaart. Ik weet niet wat ze pakken, maar vertrouwen doe ik het niet. Als ze langs varen zwaaien ze vriendelijk, dus het zal wel.

's Nachts is het erg heet en we slapen hierdoor slecht. Ik ga menigmaal naar buiten om af te koelen. De lucht is onbewolkt en ik zie heel veel sterren, ongelofelijk mooi. De volgende ochtend valt het lawaai mee, de muziek van de avond ervoor maakte meer indruk. Karin heeft nog niet genoeg van de Tobago cays en we varen er terug naartoe. We varen tussen een aantal riffen door en worden door de stroom alle kanten op gedreven. Het navigatie programma op de laptop met de GPS laat dit mooi zien, maar het oog is hier toch nauwkeuriger, als je tenminste de diepte goed kunt inschatten. Het water is zo helder dat je denkt dat het ondiep is, terwijl de dieptemeter zegt dat het 12 meter diep is!?! We ankeren deze keer aan de zuidkant van het Horseshoe rif bij de Tobago cays. Ik ga gelijk te water om het anker te bekijken, want het waait en stroomt nogal. Het anker heeft zich goed ingegraven en wordt onderzocht door een aantal koffervisjes. De vissen zijn geinteresseerd in de omgewoelde bodem, want daar zit eten in. Ik snorkel wat verder en zie een aantal roggen ingegraven in de bodem. Ik snorkel gauw verder, want hier heb ik het niet zo op! Als ik terug zwem naar de boot, zie ik twee schildpadden, waarvan ik er een al zag toen we aan het ankeren waren. Wat een natuur hier onder water. Boven water is het anders in de Tobago cays. Dit is het domein van de zeiljachten, charters, en vaak ook de superjachten, wat een geld kost dat toch allemaal! Er lag zelfs een schip met daarop aan dek een flink motorjacht en een zeiljacht en ook nog een helikopter... Hier kwamen we niet voor, maar je ziet het gewoon gebeuren. Ik gooi de roeiboot in het water en we roeien naar het rif. Het stroomt weer hard en ik moet mezelf tijdens het snorkelen af en toe vasthouden aan een steen. Hier zien we veel mooi koraal en een vis die we lang niet hebben gezien: de 'Scrawled Filefish' en een aantal grote ballon vissen erg mooi. De vissen zijn helaas wel erg bang van ons. Om de een of andere reden hoeven we deze keer niet te betalen! De parkwachters zijn wel langs geweest, maar toen ze naar de kapitein vroegen, zei Karin zei dat de kapitein aan het zwemmen was en voeren ze weg. De volgende dag zijn ze nog wel langs gevaren, maar toen deden ze alsof we betaald hadden... Wij ankeren nog op een anders plek in de cays en snorkelen nog een keertje om voor de laatste keer van al dat moois hier te genieten. Als we weer aan boord zijn, halen we het anker op en varen we naar Bequia een mijltje of 25 verderop. Deze keer hijsen we het grootzeil erbij en varen we vol tuig lekker door. We varen langs Mustique; het eiland waar Mick Jagger en David Bowie en wie al niet meer een huis hebben. Hier gaan we niet naartoe, want hier moet je zelfs betalen als je aan land wilt... Tegen het eind van de middag bereiken we Englishman bay op Bequia. Volgens sommige mensen de mooiste baai van de wereld, maar voor ons vooral een onstabiele, vanwege de swell. We wiebelen de nacht door en slapen goed. De volgende dag varen we een eilandje terug: Petit Nevis, waar men vroeger de walvissen slachtte. Dit is een hele mooie ankerplaats, met veel stroom en wind, maar geen golven en we liggen er prima. Tegen de middag neemt de stroom af en roeien we naar de kant. We verkennen een stukje van het eiland en zien alleen wat grote verroeste kommen, waar men het walvisvet in kookte. Er is een mooi strand met palmbomen, met heel veel aangespoeld koraal en schelpen. Er loopt ook nog een hond rond. Wie zijn baasje is, weten we niet, misschien een visser die de hond te eten en te drinken geeft, want mager is de hond niet. Terug op de boot genieten we van de Caribische Jan van Genten die het water in duiken om een visje te scoren. Onze boot is blijkbaar omgeven met kleine visjes, want ze duiken het water in op een paar meter van de boot. Ik ga op onderzoek uit en ga snorkelen. Ik daal af tussen duizenden visjes, ongelofelijk. Ik probeer e.e.a. te filmen met de camera, en zie zelfs een Jan van Gent van onderen die net een visje heeft gevangen. Karin is ondertussen al naar de kant gezwommen en ik volg haar. Het koraal is weer indrukwekkend, in kleuren zoals rood, paars, geel en groen en deze keer ook veel zeeanemonen in mooie kleuren. Ik kom ook een aantal murenen tegen, een niet zo aardig visje, het is meer een slang dan een vis, en zo gedraagt hij zich ook. Als je ze filmt, dan voelen ze zich aangevallen en komen ze op je af, maar dan moeten ze te ver zwemmen van de bodem en gaan ze gelukkig weer terug. Toch oppassen met die beesten... Verder zie ik ook nog een school grappige pijlinktvisjes, en een grote platvis (flounder), die bijna niet opvalt, ingegraven in het zand. Volgens de pilot is deze ankerplek niet geschikt om te overnachten, maar we besluiten om dit toch te doen, samen met nog een paar andere boten. De wind is uit de goede richting en er is bijna geen swell.

Op ons gemak varen we naar Bequia, naar Port Elizabeth. Hier is het een stuk drukker dan waar we vandaan komen. Er liggen zeker 100 jachten, een cruiseschip en nog een aantal superjachten; hier is het blijkbaar te doen... We varen helemaal naar voren en ankeren op 2 meter diepte. Een mooi plekje met uitzicht op de mooie waterkant. De plek is niet helemaal super, want we draaien alle kanten op. Het gaat allemaal goed, maar fijn is het niet. Naast ons ligt een catamaran zonder een spruit aan zijn ankerketting. Dit betekent dat de ketting alleen in het midden vastzit aan de boot en die daardoor dus heel erg gaat slingeren. Daar kwam nog bij dat ze zeker 30 meter ketting in het water hadden liggen en dus flink de ruimte nodig hadden. De boot naast ons heeft weer last van ons en wij van hem, maar dit gaat nog wel. De volgende dag is de boot naast ons vertrokken, maar ligt de catamaran echt heel dicht bij. We ankeren opnieuw, maar de catamaran blijft onze kant opkomen... Ik snap er niks meer van. Een van de mensen op de catamaran gaat op inspectie met zijn snorkel en komt ons anker controleren!?! Ons anker ligt goed, want we hadden het met de motor flink vast gevaren. Dat ziet hij ook en hij gaat vervolgens bij zijn eigen anker kijken, dat ligt blijkbaar ook goed, het zal allemaal wel... Wij gaan naar de kant en als we terugkomen zijn ze anders gaan liggen en vallen ze iemand anders lastig... Port Elizabeth is een mooi plaatsje, wel iets meer ingesteld op zeiljachten, maar toch wel leuk. We lopen door het plaatsje, bezoeken een aantal winkels. Alles is weer iets duurder dan op Grenada, maar toch valt het wel mee, behalve wijn en spullen voor de boot. We hebben alleen de noodzakelijke dingen nodig zoals brood, melk en chips (jawel). We eten voor weinig bij een klein tentje, gebarbecuede kip met bonen, rijst, macaroni en broodvrucht. Het smaakt erg goed en we gaan er de volgende dag gewoon weer eten. Je zit hier op een pleintje waar vooral de locale bevolking zit (te werken of te kletsen) en dat heeft wel wat. Je kijkt uit op de groenten markt, iets naar links zijn ze aan het lassen, daarnaast is een dingy steiger, dan uitzicht op de baai, lokale mensen zittend/slapend onder een parasol, daarnaast winkeltjes, de bar, het lunch tentje en onder de tafel een hond die geduldig wacht op een stukje kip! 's Avonds gaat de muziek aan, en hoe later hoe harder, dus de volgende dag gaan we maar weer verder. We checken uit en gaan naar Martinique.



Grenada - Carriacou - Petit Saint Vincent - Petit Martinique - Carriacou Grenada

Het weer op Grenada is prima. De zon en de wind zijn er volop aanwezig en de energie voorraad op de boot is dan ook geen probleem; sterker nog: we hebben eerder teveel... De wind is alleen een beetje teveel aanwezig, en dit schijnt al zo te zijn sinds kerstmis. Iedere dag waait het meestal 20 knopen, ofwel windkracht 5 en wij zijn er onderhand aan gewend. Mensen die hier langer liggen zeggen dat dit niet klopt en dat het allang minder had moeten gaan waaien. Mensen praten erover en prompt begint het minder te waaien! Volgens de Amerikaanse weer instantie Noaa heeft dit te maken met El Nino. El Nino is op zijn eind en de wind zal afnemen, en dan wordt het tijd voor El Nina. El Nino is duidelijk; dit heeft te maken met een hoge druk op de Atlantische oceaan en een erg lage druk over Zuid Amerika, wat veroorzaakt wordt door de opwarming van de Indische oceaan. Het effect van El Ninja weten we nog niet...

Bij Hog island ontmoeten we Fred. Fred is 69 jaar en zeilt solo een catamaran van 46 voet. Wij liggen al een tijdje naast hem, en opeens komt hij naar ons toe gevaren en nodigt ons uit -als goede buurman, zoals hij zelf zegt- voor een rum cola. Door de rum wordt het vanzelf gezellig. We praten over van alles en nog wat en eten spaghetti met een heerlijke saus (uit een pot!) bij hem. Zo komt Fred nog een paar keer bij ons eten, en andersom. Ik repareer zijn computer, hij brengt ons met zijn rubberboot naar de kant. Je doet iets voor Fred en je krijgt het zeker een keer terug, meestal vaker! Fred heeft last van zijn longen en hoest erg veel. Verder ligt hij in scheiding met zijn Venezolaanse vrouw, waardoor hij zich erg opgejaagd en gestresst voelt. Fred zoekt steun als hij met zijn catamaran naar Carriacou vaart. Wij gaan ook die kant op dus waarom varen we niet samen. Geen probleem, al voelen we ons wel een beetje verplicht om dit te doen. We maken beiden de boot klaar. We maken het onderwater schip schoon. Fred is hiermee uren bezig en af en toe denk je: die komt nooit meer boven. Toch komt hij weer boven en gaat weer langzaam verder. Hij heeft de tijd, zeg maar. Hij maakt zijn ketting schoon, die al een maand of vier in het water ligt en dus erg aangegroeid is.

Carriacou
Na een paar dagen zijn we zover en varen we samen weg bij Hog island. We hebben mooi weer, behalve dan dat de wind tegen is. We hebben afgesproken dat we contact houden via de marifoon. Op zee hijsen we de zeilen en varen we aan de wind de zee op. Het gaat lekker, al valt mij op dat we niet echt de goede kant op gaan en Fred zeker niet. We hebben een flinke stroom tegen, waar we maar net tegenop komen. Als we overstag gaan dan varen we bijna weer terug naar waar we vandaan kwamen. Dit zie je niet tijdens het varen, maar wel op de computer. De computer laat op de elektronische kaart zien welke richting we op varen door iedere 30 seconden een positie te plotten. Erg handig, maar deze keer wel erg frustrerend. De catamaran van Fred maakt er helemaal een potje van. Deze vaart hard halve wind, maar als hij even hoog als wij gaat varen, dan zakt hij snel terug. Met de motor erbij blijft hij aardig in de buurt, maar echt opschieten doen we niet! Dit gaat de hele dag zo door en we ronden heel langzaam Grenada. Het is een afstand van 46 mijl en normaal gesproken zouden we dit overdag moeten kunnen halen... Deze keer niet, de stroom van drie knopen en de golven zorgen ervoor dat we 's avonds of misschien wel 's nachts aankomen. Het is bijna springtij en we zullen de stroom alleen tegen hebben of dwars.

's Avonds neemt de wind toe en krijgen we een paar flinke squalls over ons heen: heel veel regen en wat meer wind. We zien een regenboog in het donker, die wordt veroorzaakt door de maan die door de bui heen schijnt. Erg apart, we zien wat wit, groen en blauw van de regenboog met op de achtergrond Grenada. We zijn eindelijk Grenada gepasseerd en krijgen de stroom dwars; nu gaan we eindelijk weer eens vooruit. Fred zeilde al een tijdje niet meer en was al een stukje vooruit gevaren op de moter. Het blijkt dat hij ons kwijt is geraakt tijdens de squall. Hij roept ons meerdere malen op met de marifoon, maar krijgt geen reactie. Uiteindelijk spreken we elkaar en wacht hij op ons bij de baai waar we gaan ankeren. Hij was al van plan om de kustwacht op te roepen omdat we elkaar niet te pakken kregen via de marifoon! Nu kan je die oproepen, maar of je die te spreken krijgt...

Na een tijdje ziet hij ons weer en varen we samen Tyrrel bay binnen op zoek naar een ankerplek. Het blijkt een winderige plek te zijn met veel swell. We hebben weinig keus en laten het anker vallen om 1 uur 's nachts. Onderweg hadden we ook nog een vis gevangen en die hing nog op het zwem platform. Het leek zo'n engerd in het donker, ik wilde er eigenlijk van af, maar Karin vond dat te link, dus hebben we de vis maar laten hangen. Normaal doen we dit zo niet, maar achteraf was het toch verstandig, want het bleek een stekel makreel te zijn. Achterop z'n rug en op de zijkant bij de staart zat ie vol met scherpe stekels en daar wil je niet in pakken! Ik kreeg met heel veel moeite een mes door de huid; wat een sterk beest! Het was een erg taaie vis om te snijden, maar hij smaakte heerlijk, gestoofd in een mosterdsaus. De volgende dag ankeren we opnieuw wat dieper in de baai. Hier is minder swell en liggen we tussen veel andere boten. Het valt wel op hoe noordelijker we gaan des te drukker het wordt! 's Avonds hebben we weer een rum coke avond bij Fred en eten we weer spaghetti.

De volgende dag bezoeken we het plaatsje Hillsborough, het hoofddorp van het eiland. Een leuk plaatsje met aardige mensen. We gaan daar naartoe met een busje. Deze stond ons al op te wachten bij de kade, dat is nog eens service! De weg naar het hoofddorp loopt door een mooi gebied, met veel groen, schapen, koeien en heel veel geiten. Hier is duidelijk (nog) geen orkaan over heen gekomen. In het dorp kopen we groente, en brood. De winkels zijn hier beter bevoorraad dan op Grenada! We lunchen bij een tentje met een terras aan zee en eten roti. We blijven een dag of vier liggen in de baai. We ontmoeten Gwen en Stephan van de Sawadi weer, die we in Tobago hebben leren kennen. Zij zijn al naar het Noorden geweest en moeten weer naar Grenada om de volgende bezoeker op te pikken. Zij hebben een druk schema van mensen die op bezoek komen! 's Avonds drinken we een pilsje met ze op de Sundipper; een drijvende bar. Eigenlijk hoor je als de zon onder gaat aan boord te zijn , maar dat haalden we net niet. We spreken ook nog een ander jong Duits stel, en ook nog een andere Duitser met een spraak probleem. Hij kon namelijk niet meer stoppen met praten...
In het begin wiebelt de bar boot behoorlijk, maar na een tijdje raak je hier wel aan gewend, iets in het bier denk ik.

PSV - PM
Het plan is om zowel naar Petit Saint Vincent (PSV) als Petit Martinique (PM) te varen en dan weer terug te varen naar Tyrrel bay. Hier moeten we terug naartoe om uit te klaren uit Grenada. Petit Saint Vincent hoort bij de Grenadines en is dus een ander land. PSV en PM liggen heel dicht bij elkaar en worden op deze manier "misbruikt" zowel door boten die vanuit de Grenadines naar PM varen, of -zoals wij- vanuit Grenada naar PSV. Je gaat naar PSV omdat het er mooi is en naar PM voor de belastingvrije diesel, drank en sigaretten. We vertrekken op tijd en motoren langs de kust langs Hillsborough. Voor Hillsborough ligt een moderne variant van een driemaster met daaraan ra's met vierkante zeilen. De boot is 283 voet lang, ofwel 94 meter en de masten zijn 50 meter hoog! De tuigage van deze boot moet normaal minimaal met een man of 15 bediend worden, bij deze moderne variant slecht met 1! De beste man heeft een instrumenten paneel van waaruit hij de zeilen kan zetten, reven, draaien naar aan de wind, voor de wind, enzovoort. De tuigage is volledig van koolstof, waardoor dit alles mogelijk is, verder komt er een hoop hydraulica bij kijken en loopt er continu een generator voor de energie. Dus als alles goed gaat wordt er niemand moe van, misschien wat gestresst als het niet allemaal snel genoeg gaat... De boot gaat ruime wind natuurlijk hard, maar aan de wind niet sneller als een boot van een 24 meter met een conventioneel tuig. Deze boot is natuurlijk niet gemaakt voor aan de wind, maar voor lange ruime windse rakken. Wij sukkelen verder langs de kust, vangen twee tonijnen, en krijgen natuurlijk een bui over ons heen. Voorbij de punt van Carriacou steken we over naar Petit Martinique. PM ziet er niet uit om eens lekker te gaan ankeren tussen de visserboten en -bootjes en we steken over naar Petit Saint Vincent. Net voordat we aankomen krijgen we nog een verfrissing (een buitje) en ankeren in de melk, ofwel zandbodem waarop de zon schijnt op 3 meter diepte. We liggen op een mooie plek en dus een druk bezochte plek door charterboten. 's Avonds worden we helemaal omringd door charter catamarans, ongelofelijk. De mensen zijn aardig, dus het is best gezellig zo. De ankers van iedereen blijven gelukkig goed zitten, want het waait goed door. Moet je nagaan wat een bende het geeft als een zo'n catamaran los van zijn anker gaat en door een groep van geankerde boten drijft en overal tegenaan botst... Gelukkig zit op de meeste catamarans een professionele kapitein, en die weet meestal wel waar hij mee bezig is. Alhoewel het vaak Fransen zijn en die varen zo hard met die dingen op de motor dat het anders overkomt, maar dat maakt natuurlijk indruk maakt op de toeristen.

De volgende dag -eerste paasdag- gaan we aan de andere kant liggen van PSV. Een spannend maar erg mooi plekje; ondiep en veel stroom. We ankeren in het midden van de geul, zodat als de wind draait we net niet op het strand belanden, of aan de andere kant net niet op het koraal rif. Door de stroom wordt het lastig snorkelen. We wachten nog even met snorkelen, maar na een half uur besluit ik toch het water in te gaan. Ik zwem schuin tegen de stroom in naar de kant en langs de kant zwem ik gemakkelijk tegen de stroom op. Het is een mooi gebied om te verkennen, weer heel anders als wat we voorheen hebben gezien. Later komt Karin ook, ze loopt alleen via het strand, dan hoeft ze niet tegen de stroom op te zwemmen. Samen zwemmen we terug met de stroom mee. We zien weer van alles; een inktvis, een schildpad, heel veel kleine visjes met daarbij natuurlijk een barracuda, en een koffervisje. 's Middags is de stroom afgenomen en zwemmen we naar het koraal rif toe. Ik neem de camera mee, wat het zwemmen er niet handiger op maakt, maar geraak toch bij het rif. Hier is duidelijk meer koraal dan bij het strand, zoveel zelfs dat het wel een doolhof lijkt! Je kunt het jezelf behoorlijk moeilijk maken als je niet onthoudt hoe je hebt gezwommen. In combinatie met fotograferen gebeurt dit dus wel eens en moet ik flink mijn best doen om de weg weer terug te vinden. Hoewel het bij de boot bijna niet meer stroomt, stroomt het op het rif nog wel. Ik was een bepaalde kant op gegaan en dat ging nogal vlot; de weg terug was dus duidelijk zwaarder. Niet de open geulen opzoeken maar achter het koraal zwemmen, dan lukt het wel. Er zijn weer vele soorten vissen te zien, en we zien zelfs een paar murenen en een rog. 's Avonds hang ik de vislijn overboord omdat er stroom genoeg staat om de lijn uit te stromen. We kijken er niet meer naar om en de volgende ochtend hangt de vislijn op een wel hele rare plek, namelijk bij de punt van de boot... Daar zit de vislijn om de ankerketting maar de vis is pleite, samen met haak en lokinktvisje. Later ziet Karin de vis op de bodem te liggen. We proberen met het dreg ankertje de vis omhoog te krijgen. Het lukt bijna maar halverwege valt de vis eraf. Dan besluit ik om te duiken hoewel het hier 7 meter diep is. Ik probeer het en haal niet eens de bodem. De tweede keer lukt me dit wel, na de nodige keren klaren (de druk in je oren aanpassen) en pak de vis van de bodem. Mijn oren vinden 7 meter diep duidelijk teveel en ik heb hier een paar dagen last van. Klaren werkt nog steeds niet goed bij mij. De vis blijkt weer een stekel makreel te zijn, met zo'n lelijke kop. Ik snijd de kop en staart eraf en verwijder de ingewanden en de vis kan weer in de koelkast. De vis is groot genoeg om twee keer van te eten, samen met de poezen.

's Ochtends vroeg varen we naar Petit Martinique en ankeren voor de deur. We roeien naar de kant en kopen blikjes bier en een fles gin. Goedkoop en belastingvrij zijn alleen de buitenlandse producten; de lokale producten zijn juist duurder... Bij een winkeltje met boot accessoires kopen we witte bootlak, die redelijk geprijsd is en beschikbaar! Zoals geldt in de gehele Carieb: wanneer je iets op termijn nodig hebt en je ziet het in een winkel, koop het meteen! Je kunt er namelijk nooit vanuit gaan of je het ergens anders nog tegenkomt! We roeien weer naar de boot, bijbootje op het voordek, ankerop en we varen weer.

Carriacou
We zeilen deze keer via de andere kant van het eiland Carricou naar Tyrrel bay. We passeren Petit Dominique en gaan om het rif heen dat voor Carricou ligt. Hier staan flinke brekers, hier zal je dus wel niet kunnen snorkelen! We varen tussen Saline eiland en Frigate eiland, en passeren Mushroom eiland. Erg mooie eilanden, met een prachtige structuur in de rotsen. We ronden South West point en zijn weer in Tyrrel bay. We ankeren weer naast Fred. Fred komt bijna gelijk naar ons toe en vraagt of we morgen naar Hillsborough gaan om uit te klaren, dan gaat hij namelijk mee om boodschappen te doen en hoeven wij het bootje niet te water te laten! De volgende dag klaren we uit bij een vriendelijke immigratie officier, en een hele snelle douane! We doen nog wat inkopen zoals groente, brood en wijn en dan gaan we weer terug naar de boot met de bus. In de bus zitten we samen met een zatte Engelsman met een heel hard hoofd met daarop een flinke bult; hij vergat namelijk om te bukken toen hij het busje instapte! Hij lult over van alles, in eerste instantie wilden we er niets van horen, maar op een gegeven moment moesten we wel met hem praten. Hij was niet onaardig en praatte over van alles en met iedereen. De mensen op Carriacou zijn erg aardig, dus het was wel gezellig in de bus. Er is duidelijk een verschil tussen de mensen op de verschillende eilanden. Dit ligt waarschijnlijk aan de hoeveelheid toeristen/charters die geld in het laatje brengen (Petit Martinique) of aan het aantal orkanen dat over een eiland heen is gegaan (Grenada -> 2 en Carriacou -> 0) 's Avonds eet Fred bij ons pompoen soep, samen met een rum en coke. Hij vertelt nog het e.e.a. over de eilanden die we gaan bezoeken. We nemen afscheid van Fred, we hebben een fijne tijd gehad samen, en zijn toch samen 6 weken met elkaar opgetrokken. De volgende dag vertrekken we naar Union eiland, een ander land, namelijk St Vincent en de Grenadines.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

We zij alweer een tijdje thuis en gaan in 2012 weer een stukkie verder varen.. Foto's van de afgelopen reis staan op: http://picasaweb.google.com/sytanami

Actief sinds 29 Sept. 2008
Verslag gelezen: 907
Totaal aantal bezoekers 41219

Voorgaande reizen:

01 November 2008 - 01 November 2009

Curacao naar ..

Landen bezocht: