Tobago - Grenada
Door: webmaster
01 Maart 2007 | Granada, Saint George's
Eind februari varen we weg uit Charlotteville. We vertrekken tegen de avond zodat we in de ochtend aankomen op Grenada. Het vertrek ging niet helemaal vanzelf of eigenlijk gewoon niet. Zoals gewoonlijk is de ketting weer helemaal aangegroeid en ben ik weer zeker een uur bezig om deze schoon te krijgen. We hebben hier 50 meter ketting in het water liggen, omdat de ankerplek 15 meter diep is. Halverwege is de ketting in een keer schoon en zie ik iets aan de ketting hangen. Het blijkt een kapotte visboei te zijn, zo'n grote ronde stootbal. Deze vis boei hangt aan een lijn die menigmaal rondom de ketting is gedraaid. De lijn is voorzien van een soort oesterschelpen die veel weg hebben van messen. Het is inmiddels donker geworden en ik probeer de lijn van de ketting af te krijgen. De boei blijft maar rond draaien en ik verwacht ieder moment gesneden te worden door die schelpen. Ik probeer om de lijn door te snijden en dat lukt na een tijdje. Daarna gebeurt er eigenlijk niets, alles blijft helaas zitten zoals het zat en ik zie het eigenlijk niet zitten om hier nog verder mee door te gaan in het donker. We liggen zo waarschijnlijk al heel lang vast en dat zal dan vast nog wel een nacht extra lukken en we besluiten om te blijven liggen.
We praten nog wat na over wat er allemaal mis had kunnen gaan, maar hier verander je niets aan. Ik heb zelfs diverse keren het anker gecheckt, maar moet toegeven dat ik niet naar de bodem ben geweest, omdat 15 meter te diep voor mij is om naar toe te duiken.
De volgende dag halen we het anker weer op en zien dat de visboei is verdwenen. Deze heeft zich waarschijnlijk los gedraaid, omdat ik de lijn heb doorgesneden. Er zit nog een heleboel lijn om de ketting en die probeer ik eraf te krijgen. Het gaat veel gemakkelijker nu de visboei weg is. Het anker raakt uiteindelijk de grond niet meer en we varen langzaam door de baai met ons anker zo'n 5 meter lager aan de ketting. Uiteindelijk is de lijn zover los en kom ik bij een stuk beton uit; het anker van de visboei. Een laatste ruk aan het touw en het stuk beton met lijn verdwijnt in de diepte. We ankeren weer en wachten tot we 's avonds kunnen vertrekken.
Het is een emotioneel afscheid van Tobago. We hebben hier een goede tijd gehad en veel meegemaakt! We besluiten om wat eerder te vertrekken om een stuk langs de kust te kunnen varen en het definitieve afscheid nog wat uit te stellen. Om vier uur halen we het anker op en sukkelen langzaam Pirates Bay uit en varen langs de kust. Als we buiten komen, zetten we de genua en kan de motor uit. De kust van Tobago is erg mooi, heel veel groen, rotsen, kleine eilanden, heel veel vogels, vis en natuurlijk vissers.
Als het donker wordt zetten we koers naar Grenada. De overtocht is rustig tot twintig mijl voor Grenada, dan worden we weer verrast door een paar squalls. Met alleen de genua op, hebben we nog teveel zeil op en we rollen de genua met veel moeite in. Het is inmiddels ochtend en op 5 mijl van de kust krijgen we nog een squall, waardoor we moeten remmen. De squall ontneemt ons namelijk al het zicht en om zo onbekend terrein (Prickly bay) aan te lopen, vinden wij iets te spannend. Er liggen hier aardig wat rotsen voor de kust en het stroomt hier flink. Met de genua half ingerold, gaan we toch nog 6 knopen, maar de wind neemt na een minuut of 10 weer af, en de bui trekt over. We zien de rotsen nu goed liggen en lopen Prickly bay aan zonder problemen. In Prickly bay laten we het anker vallen tussen zestig andere boten. Dat is even wennen. We hebben niet zo'n beste plek uitgekozen, want we rollen alle kanten op, en we liggen ook nog eens flink in de wind. Het lijkt Pirates bay op Tobago wel, als het flink waait. We gaan de kant op en zoeken de douane op om in te klaren. Dat lukt slechts gedeeltelijk, we hebben namelijk geen geld van Grenada. Ach, een half uurtje lopen en je vindt een geld automaat, zegt de douanier doodleuk. En hij voegt er nog aan toe dat ze vandaag om 3 uur sluiten. Halverwege de drukke en snikhete weg komen we een chinees tegen en we besluiten eerst snel te lunchen, want ja dat moet gewoon; we hebben honger! Hier kunnen we betalen met de creditkaart, dus geen probleem. De chinees is erg goed, we eten alleen niet op ons gemak, omdat we moeten betalen bij de douane en officieel nog niet zijn ingeklaard. Nou zijn ze hier niet zo streng als op Tobago, dus het zal wel meevallen. Na het eten vinden we na een tijdje lopen de geldautomaat. We halen 400 East Caribbean dollar, geen idee hoeveel het is! We lopen dat takke-eind weer terug; wat een hitte en wat rijden die mensen hier hard... We zijn precies om 3 uur terug bij de douane, waar ze nog totaal geen aanstalten maken om te gaan sluiten en we betalen netjes, kopen brood en rum in de winkel ernaast en gaan gauw weer aan boord.
Grenada is even wennen. Oh ja, we zitten ook nog vlakbij het vliegveld, met af en toe een flinke Boeing, en andere herrieschoppers. Er zijn hier duidelijk (nog) geen geluid beperkingen zoals op Schiphol! We blijven een week liggen in Prickly bay. Overal op het eiland rijden busjes, die het openbaar vervoer vormen. Ze ronselen bijna mensen om de bus vol te krijgen, ze roepen, toeteren, of ze stoppen zelfs de bus als je doorloopt en niet instapt. Ze snappen er niets van als je zegt dat je loopt, wie gaat er nou lopen in die hitte!? We bezoeken de hoofdstad St. George met zo'n busje en om de een of andere reden laat hij ons teveel betalen. Blijkbaar zien we er uit als toeristen en we weten ook niet exact de prijs van de rit... St. George is een mooie Engelse stad geweest denk ik, alleen is er nog steeds veel orkaan schade, waardoor het een wat sombere/slordige indruk geeft. Veel beschadigde openbare gebouwen zijn nog steeds niet hersteld. Vooral de kerken; hiervan staat vaak alleen de toren nog overeind en is het schip compleet weggeblazen. Kerken herstellen heeft duidelijk niet de prioriteit, wat opvallend is, want godsdienst vind men juist zo belangrijk. We lunchen bij het restaurant "Creole shack", een buffet restaurant. Ik weet totaal niet wat ik moet kiezen, want ik weet niet wat het is. Ik kies maar wat. Het smaakt in ieder geval erg goed. Zo goed dat we hier zelfs later nog twee keer naartoe gaan. Uiteraard bezoeken we een supermarkt, alles is hier iets duurder dan op Tobago. Dit blijkt vooral te komen, omdat hier bijna alles wordt ingevoerd vanuit Engeland en de US. Lokale producten of produkten van andere Caribische eilanden zijn wel goedkoop; alleen moet je goed zoeken om die te vinden.
Sinds de Canarische eilanden zien we eindelijk weer een heuse watersportzaak. Volgens de catalogus verkopen ze hier heel wat. Dit blijkt in de praktijk toch anders te zijn: wat je nodig hebt is niet op voorraad of is zwaar over de datum zoals bij de verf. Oh ja, het is ook nog belastingvrij, maar dan zijn de meeste dingen nog hartstikke duur! Het is tijd om motor onderhoud uit te voeren. Olie verversen, nieuwe olie- en brandstof-filters, nieuwe impeller enz. De olie wordt nog een probleem denk ik, want de olie die ik aan boord heb, zou niet de juiste en te weinig zijn volgens de manual! We vinden olie in St George bij de Shell pomp die enigszins lijkt op de specificatie en deze keer kopen we voldoende. De olie van tegenwoordig is of te gewoon (specificatie te laag), of de specificatie is veel te goed/hoog; dus kiezen we voor te goed. We zijn er een paar dagen zoet mee, maar daarna loopt de motor weer prima. Ik zag er nogal tegenop, omdat het bij de vorige boot een heel karwei was. Ik kan er bij deze boot overal goed bij, wat het het werk een stuk eenvoudiger maakt. Het enige probleem waar ik tegenaan loop is de waterpomp. Deze lekt namelijk af en toe een paar druppels water en die vallen precies op de keerkoppeling. Deze is van aluminium, dus dat corrodeert gelijk. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de impeller, omdat blijkt dat die droog staat. De impeller is ook een beetje beschadigd. Ik vervang hem en vet hem goed in. Hierna lekt de waterpomp een stuk minder, af en toe een druppeltje. Karin heeft nog een mooi klein emmertje met een handvat eraan en dat hang ik aan de waterpomp, zodat die paar druppeltjes mooi opgevangen worden. Ongelofelijk wat voor schade een paar druppeltjes zout water toebrengen!
Na een weekje Prickly bay varen we naar een baai bij Hog Island. We worden vroeg (6 uur) wakker en besluiten gelijk te vertrekken. Het is nog lekker rustig, dus een mooi moment om door een moeilijk kanaaltje tussen de rotsen door te varen. Als we buiten komen, valt het toch nog een beetje tegen: er is nu al veel wind en golven. Toch zetten we door, want het zou eenvoudig moeten zijn en er liggen zelfs boeien. Het voordeel van de golven is dat je goed ziet waar de ondieptes zitten, want hier breken de golven op. Met een snelheid van drie knopen varen we naar binnen. We zien de eerste boeien verschijnen, met daarachter de ondieptes. Als we er iets verder in zijn gevaren, wordt het snel ondieper. Een meter of tien voor ons worden de golven opeens hoger, wat duidt op een ondiepte. Ik gooi de motor vol in zijn achteruit, maar de diepte-meter blijft teruglopen. De rubberboot die achter de boot hangt, knalt vol met de buitenboordmotor tegen de zijkant. Eindelijk ligt de boot stil en zijn we weg gedraaid van de ondiepte. Ik zet de motor weer in zijn vooruit en we varen langzaam langs de ondiepte heen. De ondiepte ligt gewoon tussen de boeien! Op de kaart -die we voor dat gebied gebruiken- staat de ondiepte niet aangegeven. Als ik later op een andere kaart (Cmap) kijk, staat daar de ondiepte wel aangegeven! We komen er met een paar krassen op de zijkant vanaf, maar dit had heel anders kunnen aflopen... Later lees ik in een zeilkrantje dat de kaarten van het Caribische gebied niet altijd even nauwkeurig zijn, nou ja we zijn nu gewaarschuwd. We ankeren bij Hog Island in een hele rustige baai, zonder swell, wat een luxe!
Als we een paar uur voor anker liggen krijgen we bezoek van een Amerikaan, John van de Seawitch. Hij komt even langszij met zijn rubberboot en vertelt hoe het er hier allemaal aan toe gaat op deze ankerplaats. Vaak heb je van die mensen die een dergelijke taak op zich nemen. Samen met zijn vrouw Deb hebben ze daardoor als bijnaam de major's, ofwel burgemeesters! Ze liggen dan ook al bijna 5 jaar(!) op deze ankerplek. Het voordeel van zo iemand is dat je gelijk op de hoogte bent van alle noodzakelijke dingen en dat dus niet zelf hoeft uit te zoeken. Het nadeel is dat het ook wel z'n charme heeft om zelf overal achter te komen.
's Avonds is er een barbecue aan de kant, waar we allerlei mensen ontmoeten. We raken in gesprek met een Engels en een Amerikaans stel van onze leeftijd. Het Engelse stel had al heel wat gevaren en meegemaakt. Zij zijn hier voor de cricket wereldkampioenschappen en varen zo ver mogelijk het Engelse team achterna, kris kras door de hele Carieb. Een paar dagen later varen ze weer naar Trinidad, want daar zijn de volgende wedstrijden. Daar waren ze net geweest vanwege het carnaval, maar ja, je bent een fan of niet!?! Daarna gaan ze door naar het Panamakanaal, want ze moeten dit jaar nog naar de Stille oceaan. Het Amerikaanse stel was dit ook van plan, maar heeft iets minder haast. Zij kwamen uit New york en waren naar het zuiden gevaren via Bermuda. Dat was heftig tochtje, door al die depressies op de Atlantische oceaan. Dit hebben ze gedaan met opstappers, maar toen was het nog zwaar geweest. Bermuda was voor hen al behoorlijk 'off the beaten track' en authentiek, terwijl dat naar ons idee hartstikke westers is. Die gaan nog wat meemaken... Je hoort trouwens regelmatig dat mensen opstappers meenemen voor de lange overtochten. Vaak zijn het onbekende mensen, die je eigenlijk pas leert kennen als je al lang en breed op de oceaan zit! Ik hou hier niet zo van, maar je hoort toch best veel positieve verhalen! Hoewel van het Amerikaanse stel, zij zei dat ze nooit meer iemand mee wil hebben maar hij juist wel. Zo verschillend kan je er dus over denken. Later op de avond spreken we nog een ander stel; Silvie uit Belgie en Greg uit Australie. Zij wonen net zoals een heleboel andere mensen al jaren in de baai. Ze hebben elkaar hier ontmoet en leven samen met de hond Guisseppe op twee naast elkaar geankerde boten; de kleinste ervan is te koop. Greg werkt op de St-Davids boatyard als monteur en Silvie werkt zo'n 5 maanden per jaar in Amerika als reisleidster. Afgelopen tijd waren ze heel druk geweest om hun tweede (grotere en nieuwere) boot in orde te krijgen omdat de moeder van Silvie overkomt. Ze had haar neef zover gekregen om haar moeder te begeleiden tijdens de vliegreis. Ze had haar moeder jaren niet gezien, dus ze was erg opgetogen. John komt regelmatig langs voor een praatje. John heeft veel te vertellen over Grenada, orkanen, de ankerplaats, en over het werk dat ze allemaal doen. Vooral z'n verhalen over de orkanen die ze hebben meegemaakt, maken indruk. Grenada ligt officieel buiten het orkaan gebied. In 2004 en 2005 kwamen orkaan Ivan en Emily echter over Grenada, en ze hebben heel veel schade gebracht aan de boten. Heel veel afgebroken masten, boten gezonken, een catamaran uit het water geblazen en neergekomen op een andere boot. De boten in marina's waren allemaal tegen elkaar en/of op de kant gewaaid, omdat de steigers afbraken. Boten die op de kant stonden, waren allemaal omgewaaid enzovoort, enzovoort. Veel mensen zijn hun boten nog steeds aan het opknappen, nu bijna drie jaar later. Ook liggen er tientallen boten -soms alleen nog maar wrakken- op het strand, of op de rotsen, waarvan het verzekeringsgeld is uitgekeerd. De mensen laten hun boot daar gewoon liggen omdat ze het te duur vinden om hem te bergen! Toch blijven veel mensen hier liggen met hun boot tijdens het orkaan seizoen. Er wordt zelfs reclame gemaakt dat het hier veilig is, want als je onder de 13 graden noord zit, zit je buiten de orkaanzone voor de verzekering! Grenada valt daar geheel onder en ligt dus volgens onze verzekering in veilig gebied. Dit geldt echter niet voor alle verzekeringen. De meeste Amerikaanse verzekeringen zeggen 12 graden of zelfs 11 graden noord, wat volgens de praktijk het beste klopt.
John en Deb liggen al 4.5 jaar bij Hog Island en voor hen is dit hun woonplaats. Ze gaan hier naar de dokter, tandarts of ziekenhuis, net zoals thuis in Amerika. Eens per half jaar vliegen ze naar Amerika, of vaker als ze op hun kleinkind moeten/mogen passen... Als werk zijn ze pseudo patient voor de leerlingen van de medische universiteit, zodat die kunnen leren hoe ze de juiste informatie uit een patient kunnen loswurmen.. Hier zijn ze meestal twee dagen per week druk mee. Verder doen ze woensdag en vrijdag het weer voor de Grenada regio op kanaal 68, en regelen ze het verkeer op dit kanaal voor het emergency net. Als ze aan boord zijn luisteren ze altijd kanaal 16 uit, tja zo zijn ze er altijd bij betrokken als er iets gebeurt of als er iets moet gebeuren. Als de kustwacht van Grenada wordt opgeroepen, heb je grotere kans dat zij reageren en optreden dan de kustwacht! We blijven een maand liggen bij Hog island, vooral om te klussen. We liggen hier rustig, dus kunnen we hier goed werken. Er zijn hier aardig wat mensen die aan hun boot werken, dus het is geen probleem als wij dat ook doen.
We halen twee delen los van de banken in de kuip. Deze zijn namelijk aan het loskomen vanwege de roest die er onder zit. Het loshalen gaat inderdaad gemakkelijk. Daarna halen we de roest weg en maken we het oppervlak kaal met een hamer; wat een stuk moeilijker gaat. Het is geen leuk werk: het maakt veel herrie en de stukjes roest knallen alle kanten op. Ik krijg de oppervlakken mooi kaal en we zetten deze in de epoxy primer. Daarna plamuren met epoxy plamuur, en vervolgen twee lagen epoxy erover en een paar lagen verf. Tussen iedere laag zit 8 en 24 uur drogen, dus hier waren we wel even mee bezig. Daarna gaan de banken er weer terug op, alleen worden ze er niet meer opgelijmd! Het plan is om latten onder de bank te monteren waarop de bank leunt op het staal. De bank maken we vast met scharnieren, zodat we er altijd bij kunnen. Op de boot zit nog op een aantal plaatsen hout op staal, wat voor problemen zorgt (roest). Op de meeste plaatsen halen we het hout weg, hoe mooi het ook mag zijn. Daarna behandelen we dit met epoxy en kan het er weer jaren tegenaan. Op de plaatsen waar het hout blijft zitten, zetten we het hout in de epoxy met daarover heen een 2-componenten vernis. Dit karwei gaan we in Curacao aanpakken en deze hele "operatie" was eigenlijk een voorproefje...
Charlotteville, Tobago,
2 januari - 23 februari
Op het oud en nieuw feest raken we in gesprek met een Oostenrijks stel, Erich en Erika, hele aardige mensen. We praten over Cuba, over haar dochter die ook op reis is met een boot, en die ze ergens willen ontmoeten in Equador. We spreken af om wat bij ze te gaan eten en het wordt allemaal erg gezellig. Het blijkt dat ze ook van wandelen houden en we leggen een aantal routes uit die je hier op het eiland kunt lopen. Waarom lopen we niet samen een wandeling? Toevallig hadden we nog een wandeling op het oog die we graag wilden doen. Een wandeling vanaf het dorpje Speyside aan de oost kant van het eiland en dan terug naar Charlotteville. Een wandeling van 6 uur, met flink wat stijgen en dalen. Deze wandeling hadden we gezien in een boekje in de bibliotheek. Op zondag doen we de wandeling, waarvoor we eerst met de bus naar Speyside moeten en vandaar uit verder lopend naar de Speyside lookout, waar de wandeling begint. Op zondag kun je echter niet teveel verwachten van de bus. Officieel komt de bus om 07.30 uur, maar om 08.30 uur was de bus er nog niet. We besluiten een lift te vragen. Er rijdt iemand voorbij en hij stopt zelfs voor ons. We vragen of we mee kunnen, waarop hij zegt dat het 40 US dollar kost. Proberen kan altijd denkt hij vast; sommige toeristen trappen er nl. in. Uiteindelijk gaan we mee voor 40 TT, nog steeds teveel in vergelijking met de buskaartjes voor 16 TT, maar het is niet anders. Met veel moeite brengt hij ons naar het begin van de wandeling. Rare man, hij had er duidelijk geen zin (meer) in! We twijfelen waar we zijn uitgestapt of dit wel het beginpunt van de wandeling is, en we vragen het nog maar eens. Volgens die mensen kan je hier wandelen, maar ze kijken alsof we niet helemaal normaal bij ons verstand zijn, wie gaat er nou wandelen en dan nog helemaal naar Charlotteville, dan neem je toch de bus!?! We nemen het pad en klimmen langzaam langs bananen bomen en een voormalige cacao bomen plantage naar boven. De wandeling lijkt te kloppen volgens de beschrijving, na een paar kilometer lopen we echter helemaal vast. Erich en Erika laten zich hierdoor niet weerhouden en proberen een weg te vinden. Uiteindelijk klautert Erich tegen de berg op en vindt weer een pad. We volgen hem, waarbij ik nog in een stel prikkels pak, dat blijkt een hele boom te zijn met allemaal naalden van 5 cm lang. Gelukkig valt de schade mee en we lopen weer verder. Uiteindelijk komen we allemaal boven en volgen het nieuwe pad. Ook dit pad voldoet weer aan de beschrijving en dus lopen we door. Inmiddels lopen we door het regen woud, erg indrukwekkend, groen - groener - groenst, zeg maar. Uren lopen we volgens de beschrijving, maar dan gaat het toch weer mis. De begroeiing wordt steeds dichter en het pad steeds vager. Tevens beginnen we steeds steiler te dalen. Dit staat ook wel in de beschrijving, maar dit begint meer op naar beneden glijden i.p.v. lopen te lijken. We besluiten om terug te keren, omdat we voor het donker uit het bos willen zijn. Ergens onderweg passeerden we eerder een splitsing. Deze besluiten we nu te nemen en hiermee lopen we terug richting Speyside. In de verte zien we de baai van Speyside al liggen. Op een gegeven moment komen we weer in de bewoonde wereld. We ontmoeten Sookoo en Angela; een stel hele aardige indiase mensen, omdat we de volgels, vooral kolibries in hun tuin bewonderen. Ze wonen op een heuvel in Speyside met een geweldig uitzicht over de baai. Ze hebben een tuin met ontzettend veel fruit aan de bomen. We krijgen van alles mee: ster fruit, bananen, papaya's, golden apples en nog wat geneeskrachtige kruiden. Sookoo staat tussen de middag altijd in Charlotteville met een koelbox vegetarische roti, die hij verkoopt; erg lekker zijn ze. We dalen de heuvel af en zoeken de bushalte. Van al dat gewandel zijn we natuurlijk wel dorstig geworden en we zoeken eerst een bar op. Hier drinken we een pilsje en wachten we op de bus. De bus komt niet erg, na anderhalf uur geloven we er niet meer in en lopen we -inmiddels in het donker- over de weg terug naar Charlotteville. Moe maar voldaan komen we daar aan. Later horen we dat het maar goed is dat we zijn teruggedraaid toen het pad te steil naar beneden werd; wat verderop bleek nl. een afgrond te zijn ontstaan door een land verzakking. Hier heeft men al een keer mensen moeten redden met een helikopter!
Op 6 januari vernemen we via de email dat de vader van Karin is overleden. We zijn hier helemaal kapot van. We vliegen zo snel mogelijk terug naar Nederland om hem nog te zien, en voor de begrafenis. Erich en Erika willen gelukkig op de boot en de katten passen. Het is een mooie begrafenis en we nemen afscheid van hem. Karin blijft 4 weken in Nederland om samen met haar broers alles af te handelen. Ik ga na twee weken weer terug naar de boot, want Erich en Erika willen graag verder varen richting hun dochter.
In februari pakken we langzaam ons leven op de boot weer op. Charlotteville is hiervoor een goede plek. We snorkelen, wandelen, zien schildpadden en dolfijnen in de baai. Er komen steeds meer vlinders, planten en bomen raken in bloei, zien pas geboren lammetjes en geitjes, het voorjaar is duidelijk begonnen. We ontmoeten nog een stel Nederlanders waar we een fijne tijd mee doormaken, we hebben zelfs nog carnaval gevierd in Scarborough. Zij hebben Nederland verlaten en zijn al drie jaar onderweg met de Drifter. Ze hebben nog zes jaar te gaan tot aan hun pensioen en dan gaan ze misschien weer terug naar Nederland.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley