De San Blas eilanden - Reisverslag uit Panama-stad, Panama van tanami - WaarBenJij.nu De San Blas eilanden - Reisverslag uit Panama-stad, Panama van tanami - WaarBenJij.nu

De San Blas eilanden

Door: Joseph

Blijf op de hoogte en volg

02 Januari 2009 | Panama, Panama-stad

We zijn in Panama aangeland, maar eigenlijk meer in het land van de Kuna indianen, want dat is het eigenlijk. De San Blas archipel plus een stukje van het vaste land is een autonome staat binnen Panama en staat onder beheer van de Kuna indianen. Eigenlijk is de naam van deze staat niet de Spaanse naam San Blas eilanden maar Kuna Yala. Zo heeft ieder eiland een Spaanse naam, gegeven door de Spaanse invallers een paar honderd jaar terug en een Kuna naam, al sinds de Kuna indianen hier leven. Vroeger leefden de Kuna indianen in de Darien bergen tegen de grens met Colombia. De band met Colombia is er nog steeds, en dit uit zich vooral in de handel. De handel is vooral kokosnoten, kreeften, king crabs en inktvis naar Colombia en de indianen ruilen dit tegen crackers, blikjes eten, koffie, olie, brandstof en machetes. Zo heel ouderwets leven ze nu ook weer niet; toch wordt er om ergens te komen gebruik gemaakt van de kano (ulu) zowel zeilend als roeiend. De modernere Kuna's, of afgescheiden Kuna's gebruiken de kano met een buitenboordmotor. De vrouwen verdienen geld door het maken van mola's, ofwel stukjes gekleurde stof met daarop allerlei figuurtjes, of patronen met lapjes genaaid of geborduurd. Je vraagt je af: wie gaat dit nu kopen bij ze? Nou, dat gaat anders, ze vinden jou wel als je ergens op anker ligt. De familie komt per kano langszij en ze beginnen eerst een beetje te keuvelen in het Spaans of Kuna, en vervolgens worden de mola's getoond door de vrouw, en niet eentje, nee, je moet ze allemaal zien, en het is heel moeilijk om van ze af te komen, want je moet er een kopen, terwijl je er niks aan hebt. We hebben dit eigenlijk opgelost door pepernoten aan het zoontje te geven en een paar cocosnoten te kopen. Eerst proefde hij er eentje, want hij snapte niet helemaal wat het was en toen trok hij heel het zakje met pepernoten bijna uit Karin haar handen, want hij vond de pepernoot erg lekker. Laatst voeren ze nog een keertje langs en het manneke was nog steeds enthousiast! Verder komen er regelmatig Kuna's langs om dingen te verkopen, of om hulp, of ze vragen gewoon om een pilsje, je hebt natuurlijk ook brutale Kuna's... Laatst kwamen ze langs met groenten en fruit, en met vis en hebben we een grote red snapper gekocht, en bij de groente Kuna een meloen, een ananas, een maracuja en een stel sinnasappels. Zo verdienen ze dus wat geld, net genoeg om wat extra dingen te doen, en die nog net mogen volgens de strenge regels.

De Kuna indianen hebben strenge regels voor zichzelf maar ook voor hun bezoekers, zodat ze niet zomaar verwesteren, maar we zijn benieuwd hoelang dit nog stand houdt. Er komen hier zelfs cruiseschepen binnen, en zo komen er dus honderden toeristen op de eilanden; tja dan moet je toch sterk in je schoenen staan om traditioneel te blijven leven. Nu wij ons in hun gebied bevinden moeten wij ook voldoen aan bepaalde regels. Zo mogen wij geen kokosnoten pakken, wel kopen natuurlijk. Geen foto's nemen van de Kuna's, behalve wanneer je een dollar per foto betaalt. Wij mogen niet met een Kuna trouwen, we mogen niet naar goud zoeken of meenemen, dit mogen ze zelf trouwens ook niet, want in het verleden heeft goud ze alleen maar ellende gebracht (de Spanjaarden bv.). Rondlopen in je blootje, of alleen in zwembroek of bikini mag niet en je mag ook niet aan je boot werken en je mag geen drugs gebruiken of vervoeren. Je mag niet speervissen, conches of kreeften opduiken enz enz, het lijkt bijna op Nederland met al die regels... De Kuna's leven op de eilanden in houten hutjes met een dak van kokos bladeren en ze slapen in hangmatten. Deze hutten blijven staan in zware stormen, en mocht het toch instorten, dan zijn ze zo weer opgebouwd. Soms staan er paar hutjes op een eiland en soms wel een heel dorp. Dit ziet er allemaal heel indrukwekkend uit, maar je voelt je toch niet helemaal welkom. Als je betaalt wel natuurlijk, maar toch hoor je er niet thuis vind ik. Verder staat ieder eiland bomvol met palmbomen, waardoor er alles heel idyllisch uitziet! Voor de Kuna's is dit natuurlijk een bron van inkomsten, en bouwmateriaal voor de huizen.

We liggen voor anker boven Banedub eiland en onder BBQ eiland, maar blijkbaar liggen we niet helemaal goed. Karin laat tijdens het snorkelen zien waar het ondieper wordt en dat is toch wel dichtbij. In de Biesbosch heel normaal; hier niet en zeker niet als er een bui overheen komt. We ankeren opnieuw en ankeren naast een Duitser, die gisteren al zei dat we daar beter konden gaan liggen. Hij zei dit zo dat ik daar helemaal geen zin in had. We liggen nu zeker beter, maar wel een stuk ondieper; het zal wel goed zijn. Toevallig gaat het 's middags opeens harder waaien, sterker nog; we krijgen 27 knopen wind in een bui! De Duitser slaat los van zijn anker, ramt bijna een Canadese boot en start eindelijk zijn motor om dit te voorkomen... Ons anker houdt het prima, alleen slingeren we nog al, maar dat is meestal zo. De Duitser ligt inmiddels weer langszij op de motor, met het anker en ketting nog in het water en hij gaat maar net langs ons heen. Hij vaart een stuk door laat het anker opnieuw pakken en ligt weer voor anker! De bui is weer voorbij de zon is er weer en alles ziet er weer uit alsof er niets is gebeurd. We liggen al een tijdje bij een boeitje in de buurt, eerst eigenlijk niet zo, maar doordat de wind is gedraaid nu wel. Dat is meestal bedoeld om aan te gaan liggen, en inderdaad: 's avonds laat komt er een zeiljacht vanaf zee om Banedub heen gevaren en zoekt met een zaklamp het boeitje. Er staan een heleboel mensen op het voordek, en het lijkt wel of ze allemaal het boeitje zoeken. Als ze liggen vraagt de kapitein of we zo de nacht kunnen doorkomen, en we antwoorden maar ja, hoewel hij erg dichtbij ligt. Opnieuw ankeren is niet echt een optie, dus we gaan maar slapen. Als het daglicht wordt worden we aangestaard door een stel vanuit een hangmat op hun voordek. Onze boot draait veel dichter voor ze langs dan ik dacht, dus we gaan maar weer eens ergens anders ankeren. De boot aan de boei is een charterboot. De boot is een meter of twaalf, en ze hadden zeker 10 mensen aan boord. Volgens mij veel teveel om veilig mee op zee te varen, maar ja, zo brengt het wel geld op. We vangen nog een vis (een stekel makreel), door de vislijn een paar meter overboord te hangen, en leggen deze op een rustige avond op de barbecue, lekker hoor.

Als het mooi weer is varen we naar een ander groepje eilanden, de Coco Bandero Cays. De mooiste plek in San Blas, volgens onze cruising guide. Na een paar uur zeilen, zien we de eilanden waar we kunnen ankeren. Eerst nog om het rif heen en dan kunnen we door een smalle doorgang tussen twee eilanden. Door de zon zijn de ondieptes goed te zien, en we varen er voorzichtig door. Op de beste ankerplek liggen al 5 boten en daar passen we eigenlijk niet meer tussen. We proberen het een keer, maar het anker wil niet eens pakken. We varen naar een andere plek, maar hier liggen we te wiebelen op de zee deining. Volgens de cruising guide, kan je ook ankeren op de plek waar we zijn binnen gevaren. Een hele mooie plek, maar niet helemaal beschut. Hier ankeren we een paar keer en we besluiten te blijven liggen. Als het dit rustige weer blijft, houden we het wel uit. We liggen op een meter of twintig van een heel mooi eilandje. Een eilandje helemaal vol met palmbomen en een heel mooi strand rondom, een bounty eilandje zeg maar. We snorkelen rondom het eiland zover het ging (er lag een barracuda in de weg), en we lopen een stukje over het eiland. De barracuda liet ons namelijk niet verder zwemmen, hij keek ons erg intimiderend aan, terwijl hij zijn bek al open had, dus dan wil je wel wegwezen. Meestal houden ze je wel in de gaten, en zwemmen dan weg. 's Avonds trekt de wind aan en liggen we (nog) net goed achter ons eiland, af en toe wiebelen we en draaien eens flink de verkeerde kant op, maar toch slapen we er goed op. 's Ochtends waait het nog wat harder en liggen we eigenlijk niet meer goed, dus ankeren we maar weer opnieuw, nog dichter naar het eiland. Het is bijna aanleggen, dit is nog niet eens zo gek, want het is hier bijna diep tot aan de kant. We ontbijten en ik haal het weerbericht op met de radio en zie dat de wind nog verder naar het oosten gaat draaien. Hiermee komt de zeedeining echt binnen en wordt het hier gevaarlijk. Jammer, want hier hadden we nog wel een paar dagen willen liggen. We varen weer terug naar het vorige eiland en ankeren deze keer wat eenvoudiger en rustiger, namelijk achter het grote eiland Caobos cay. Eerst nog door een smalle doorgang en dan anker uit op 4 meter diepte, wat een rust!

Hier liggen we een week, eindelijk een beetje bij te komen. Tja, je kunt wel denken dat wij altijd liggen te lamballen, maar dat is toch maar af en toe zo. Nu we niet meer naar de supermarkt kunnen, of naar de stad, kunnen we eindelijk eens zwemmen en snorkelen! Hiervoor moet je rust in je lijf hebben, anders vind je niks mooi, of eigenlijk: je ziet het gewoon niet. De eerste keer dat we gingen snorkelen had ik dit, maar gelukkig de tweede keer werd het mooier en mooier. Misschien dat dit kwam doordat het water heel mistig was, door het onstuimige weer van de afgelopen dagen. Dit had overigens nog wel een apart effect op onze ankerplaats: namelijk ook hier rond drijvend hout! Wanneer het hard waait, breken de hoge golven op het rif voor de eilanden, en drukt het water erover heen en tussen de eilanden door. We liggen vlakbij een doorgang naar het rif en hier stroomt het hard. Hier komen dan die stukken hout en af en toe zelfs hele boomstammen doorheen gestroomd. Deze drijven dan naar het koraal rif achter ons en komen in een wijde bocht weer terug. Ze verzamelen dan bij de kant en komen dan voor de 2e, 3e ,4e enz keer langs. Een draaikolk in het groot, zeg maar. Wij lagen op het teruggaande pad van het drijfhout, wat er toe leidde dat we af en toe een bonk hoorden (meestal 's nachts natuurlijk) en niet begrepen wat het was. We zijn nog maar een keertje opnieuw gaan ankeren, zodat we niet meer in de weg lagen van die boomstronken...
Om te snorkelen moesten we vaak op pad met de rubberboot en natuurlijk het liefst met een werkende buitenboordmotor. Deze deed het al niet best, maar nu was het echt erg. Ik heb weer flink mogen roeien om bij de boot terug te kunnen komen, met natuurlijk wind en stroom tegen.. De keren daarop hebben we hier rekening mee gehouden, en dat werkte wel eens. Snorkelen doe je hier met de rubberboot, omdat je nogal wat afstand aflegt langs het rif en je zwemt niet even terug tegen de stroom in; daarom knoop ik de lijn van de rubberboot om mijn middel en snorkel en trek tegelijkertijd de boot met ons mee. Dit lijkt zwaar, maar dat valt best mee, zolang er maar niemand in zit. We zien een heleboel koraal, zoals we al meer hebben gezien bij de andere eilanden. Er is echter een verschil, hier zie je namelijk alle vormen, die we daar af en toe eens zagen, en hier zie je alles bij elkaar. Verder is er ook zacht koraal, wat er toch weer heel anders uitziet.

De buren komen langs en nodigen ons uit voor een borrel bij ze aan boord, samen met de mensen van de boten om ons heen. Iedereen neemt zijn drankje en een hapje mee en het wordt erg gezellig. Een van de hapjes is speciaal, het is namelijk een salade van gerookte vis. Iedereen geniet hiervan, maar nu blijkt dat dit helemaal geen echt gerookte vis te zijn, maar die smaak hebben ze gewoon uit een flesje essence toegevoegd (liquid hickory smoke; dat wil Karin ook hebben!) erg nep maar wel lekker. Het zijn vooral Amerikanen, waarvan de meesten uit Texas, die op bezoek zijn en een Duits stel. De bekende Duitser van het ankeren, ofwel Hans en deze heeft het grootste woord... Hij weet alles beter, tot op het irritante af, maar de Amerikanen blijven netjes, behalve dat er eentje zo af en toe een sarcastisch grapje maakt. Dit doet de beste man niets, wel als zijn wijn op is en hij zegt dat hij honger heeft, terwijl er allemaal nog hapjes zijn, en zijn vrouw Susan mee moet naar de boot! Van Hans moeten we op de San Blas eilanden blijven, het is er zo mooi, ze komen er al 5 jaar. Ze zijn met pensioen en vinden het allemaal best in Panama. Dit zie je eigenlijk overal wel dat mensen op een bepaalde plek blijven hangen en hun leven inrichten zoals thuis. Auto op de kant voor de boodschappen, vrienden in de buurt voor de sociale contacten, een radio netwerk om op de hoogte te blijven van alle mensen op hun heen, het weer, problemen, vragen met daarbij de oplossingen, want iedereen helpt elkaar. Een Nederlands stel dat daarna ook hier komt ankeren en waar we ook gezellig borrelen, merkt nog op dat wanneer je 4 Amerikanen bij elkaar zet, ze direct een radio-netwerk beginnen...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

We zij alweer een tijdje thuis en gaan in 2012 weer een stukkie verder varen.. Foto's van de afgelopen reis staan op: http://picasaweb.google.com/sytanami

Actief sinds 29 Sept. 2008
Verslag gelezen: 1299
Totaal aantal bezoekers 39433

Voorgaande reizen:

01 November 2008 - 01 November 2009

Curacao naar ..

Landen bezocht: