Cartagena - San Blas eilanden
Door: Joseph
11 December 2008 | Panama, Panama-stad
We varen de haven van Cartagena uit en nemen deze keer het Boca Grande kanaal om naar zee te gaan. Dat Grande slaat denk ik ergens anders op dan op de breedte van het kanaal, want dat is niet meer dan 50 meter, en maximaal 5 meter diep. Toch gaan hier cruiseschepen doorheen, misschien slaat het tegenwoordig daarop. Vroeger (18e eeuw geloof ik) was deze havenmonding veel groter, maar men heeft deze ingang dichtgemaakt, vanwege de aanvallen door Engelse oorlogschepen. Daarna was het beter controleerbaar.
Als we op zee komen, staat er niet veel wind, maar wel de nodige golven, en slingeren we veel teveel voor Ziggy. Ziggy geeft over(een haarbal) en gaat zielig op haar plekje liggen. We hijsen de zeilen, en de boot ligt nu veel beter, en de motor kan uit. We zeilen halve wind van de heel erg groene kust weg. Aankomen is mooi, maar weggaan heeft ook wel iets. We proberen zover mogelijk uit de kust te komen voordat het donker wordt, vanwege het onweer, want dat hangt er de hele dag al. Ondertussen hangt de vislijn uit, maar de vissen bijten niet erg. Het log doet het helaas niet meer; er zal wel wat tussen het wieltje onder de boot zitten. Ik haal de vislijn in, en dit gaat helemaal mis, want de oprol-katrol valt in het water. Dit is niet handig, wat een weerstand geeft die katrol en hij draait zichzelf helemaal in de war. Ik leg de vislijn rond de lier en haal in wat er in te halen valt; wat een bende. Uiteindelijk krijgen we alles binnen en loopt het goed af, behalve de vislijn dan, want die krijgen we nooit meer uit de knoop...
De wind houdt het vol tot een uur of elf 's avonds en daarna moet de motor weer aan. Het onweer is toch onze kant op gekomen, en het begint een waar vuurwerk te worden. Wat een flitsen, af en toe wordt het net zo licht als overdag! Na een uur van flitsen komen de flitsen te dichtbij en zet ik de motor een stuk harder. Het lijkt erop dat we nu de flitsen voorblijven, wat een geweld. Ik heb het er nooit zo op, ondanks dat we van staal zijn en dus hetzelfde potentiaal hebben als de zee, zijn we wel het hoogste punt in de omgeving en dus de kortste weg naar de aarde. We raken weg van het onweer, en de motor mag weer naar zijn normale stand. We komen langzaam in ander weer terecht: ik zie allemaal zwarte wolken voor ons, en naast ons iets dat lijkt op een zwarte muur. Ik zet de radar aan want het lijkt wel land, dit kan natuurlijk niet, maar je wordt toch goed voor de gek gehouden... De radar bevestigt dat er geen land is, maar laat wel iets anders zien; namelijk regenbuien. Na een halfuur zijn ze bij ons en krijgen we de wind van voren! Ik reef het grootzeil alvast met twee reven voor het geval dat en we motoren nog even door, want meestal is die wind maar even. We krijgen iets tegen de romp en kiel en opeens doet het log het weer! De wind neemt alleen maar toe, en ik probeer wat te zeilen op grootzeil en een stukkie van de genua. Dit gaat prima, alleen komen we hier nergens mee volgens de GPS. Als we overstag gaan gebeurt precies hetzelfde, we hebben dus vet stroom tegen. Ondertussen is het licht geworden en varen we nog steeds op zeil en motor, om enigszins vooruit te komen tegen de wind, stroom en golven. Als ik buitenkom na de positie te hebben genoteerd, schrik ik van een een hele dikke boomstam die langs drijft! Zo eentje van zeker een meter dik en een meter of 5 lang en zo te zien van hardhout... Als je hier op knalt dan!? We varen inmiddels door een heel veld met drijfhout en gaan maar weer eens overstag. Het ligt allemaal zo dicht op elkaar dat we er niet doorheen kunnen zeilen. Waarschijnlijk drijft dit hout hier vanwege de overvloedige regenval en de overstromingen die er geweest zijn in noord Panama en Costa Rica. Na een tijdje varen we uit het gebied met drijfhout en kunnen weer normaal gaan zeilen en zelfs de goede kant op. Ik ga lekker slapen en Karin zeilt lekker verder. Ze ziet een walvis(je), die een paar keer spuit en vervolgens onderduikt. Ik maak weer een nieuwe vislijn en hang deze weer achter de boot. We zeilen tot het donker wordt en moeten dan de motor weer starten. Gelijkertijd zie ik dat we beet hebben. Een mooie tonijn, waar we wel een paar keer van kunnen eten, een dag later vangen we er nog een, maar dan de helft zo groot. Zo motoren we nog een paar dagen door. Windkracht 0 tot 2, een knoop of 2 a 3 tegen en we komen dan ook een dag later aan in Porvenir als ik had verwacht.
Porvenir is een eiland van de San Blas archipel met een vliegveld en hier kunnen we inklaren. We varen tussen wat eilanden door en gooien aan de noordkant van Porvenir het anker uit. Als we naar de kant willen roeien, komt er iemand van immigratie langs met een bootje. Hij vertelt ons dat hij eerst nog naar het andere eiland moet en ons dan helpt met inklaren. Ondertussen gaan we toch maar naar de kant en regelen de cruising permit. Een aardige Kuna indiaan helpt ons hiermee en we betalen voor een maand. We lopen wat rond op het eilandje, en na een tijdje komt de man van immigratie terug op het eiland. Zijn kantoortje is nogal rommelig, en de man zelf ook, hij bladert door papieren, haalt er dollars vanaf, telt het na, helpt ondertussen iemand anders en roept vanalles en nog wat waarvan we maar weinig begrijpen... Na een tijdje helpt hij ons, en dat gaat natuurlijk ook rommelig, vervolgens zegt hij dat het een feestdag is en dat we 50 dollar zouden moeten betalen, wat hij vervolgens vermindert tot 30 dollar. We betalen dit, en hij stempelt onze paspoorten en de Zarpa van Colombia. Als Karin goed kijkt naar de stempels staat er 2007; dat klopt natuurlijk niet. Als we hier iets van zeggen lacht hij onbenullig, en doet net alsof hij dit al heel lang verkeerd doet.. Hij zet overal nieuwe stempels, eerst er een overheen, en vervolgens er een naast. Stempels hebben we nu genoeg, maar of dit zo goed is... Maar hopen dat ze at straks bij het volgende eiland pikken... Waar we nu liggen kunnen we niet overnachten volgens de pilot, dus gaan we weer varen. Ik wil naar de Cayos Holandeses, daar zijn een paar mooie plaatsen om te ankeren. Als we die kant opgaan is er wind, maar helaas tegen, dus motoren we maar weer. Karin heeft een knallende koppijn en moet gaan liggen, maar dit helpt niet erg. Ze zit buiten en is helemaal beduusd. Ik laat ze maar, ze komt wel weer bij. Ze heeft twee flinke paracetamol genomen en dat lijkt te werken. Als we bij de eerste ankerplaats aankomen is er eigenlijk geen plek voor ons en varen we verder. Bij de tweede liggen ze zo dicht bij het eiland dat ze bijna in de achtertuin van de Kuna indianen liggen, dus varen weer verder. We zijn het een beetje zat en zoeken de makkelijkste plek op, namelijk bij Banedub en Barbecue eiland. Dit is blijkbaar de favoriete plek voor zeilers, dus daar is vast wel een plekje voor ons bij. We proberen eerst nog een plekje voor deze baai, maar daar wil het anker niet de grond in en lijkt het of het anker geland op iets hards en stuitert het alleen maar. Dus we gaan naar Barbecue eiland. Als we daar in de buurt komen, wordt het erg ondiep. We zien de ondieptes niet goed door de verkeerde hoek van de zon, en volgens Cmap is er een rif, waar we volgens mij juist moeten varen... Ik neem een tussenweg, en gaan net langs een ondiepte af. Ik vind een plekje waar we het anker laten vallen. We liggen op een mooie plek, en hier houden we het wel even uit.
-
22 December 2008 - 19:58
Angelique:
Hoi Karin & Joseph,
Ik ben eindelijk weer 'aangehaakt'! Erg leuk om jullie avonturen weer te lezen. Geniet en tot mails.
groeten, Angelique -
23 December 2008 - 16:59
Ingrid Stubbe:
Hallo Karin,
Heel leuk om jullie te volgen. Wij wensen jullie alvast een heel gelukkig nieuwjaar en een behouden vaart.Moest eigenlijk in het Spaans schrijven van Pieterke.
Feliz Navidad y prospero año nuevo.
Groetjes van ons. spaanse les
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley